Verjaardag-album
(1907)–Johanna van Woude– Auteursrecht onbekend
[pagina 145]
| |
[pagina 147]
| |
1 september.De redenaars, bezield door een hooge idée, bedenken niet altijd dat zij machten in beweging brengen, die niet meer onder bedwang te houden zijn. E.G. Browne. | |
2 september.O, als alle moeders mee wilden helpen! Hoe was het mogelijk dat er nog waren, die de toekomst van haar kinderen liefhadden, en toch blind en lam bleven tegenover het kwaad, dat te bestrijden valt in die maatschappij, die later het worstelstrijdperk voor hare lievelingen zal zijn. Als het dan niet uit rechtvaardigheid en barmhartigheid was, moesten de vrouwen ten minste uit moederliefde zich rekenschap geven van de strijdvragen harer eeuw. Mevrouw Goekoop. | |
3 september.Welk een verkwikking te midden van de velen, welke niet den minsten indruk bij ons achterlaten, een enkel trouw en eerlijk gemoed aan te treffen, een enkel fier en onafhankelijk karakter, welks invloed ons dwingt een ernstigen blik in eigen hart te slaan en ons loutert en veredelt! Joh. van Woude. | |
4 september.Godsdienst is de behoefte van den mensch om zich te verheffen, zooals de leeuwerik zich verheft. Dat is hart en ziel er van, maar de meeste menschen begrijpen dit niet. Domheid, slechtheid, zelfzucht en conventie - de laatste vooral! - spannen samen om deze behoefte in den mensch te dooden. John Trevor. | |
[pagina 149]
| |
5 september.Wanneer het kind, mensch geworden, terug ziet op zijn jeugd, dan steken feestdagen boven het overige landschap uit, als hooge bergtoppen, omneveld met rozigen schijn, dan blijft zijn oog daarop met verrukking staren, zijn gemoed schiet vol weemoedig geluk, en wanneer hij eindelijk het gelaat afwendt naar de toekomst, dan is hij zacht en goed gestemd. J. Kooistra. | |
6 september.Met al onze Industrie, met onzen Stoom, met onze Werktuigkunde, met onze fabriekmatige verdeeling van den arbeid, lijdt het meerendeel des volks gebrek. Gebrek aan vermaak, aan uitspanning, aan genot, aan geluk, aan brood..... dat is tevens, alles saamgenomen: gebrek aan Deugd. Multatuli. | |
7 september.Der Weg der neuen Bildung geht
Von Humanität
Durch Nationalität
Zur Bestialität.
Grillparzer. | |
8 september.Bij het betrappen van den misdadiger moet het niet langer hatelijk-triumfeerend klinken: ‘Ha, kanalje, ik heb je!’ maar toekomst-verhelderend: ‘Broeder, ik zal u oprichten!’ Dirk Troelstra. | |
[pagina 151]
| |
9 september.La Musique est en somme l'expression la plus complète et la plus déterminée de la pensée humaine, à cause même de sa forme incomplète et indéterminée.
Catulles Mendès. | |
10 september.Quelque soit le bien-être qui engourdit notre corps, nous désirons toujours quelque chose de plus.... pour le coeur.
Guy de Maupassant. | |
11 september.De zonden der buren zijn de vreugde van den mensch. Maxwell Grey. | |
12 september.Love sacrifices all things
To bless the thing it loves.
Bulwer. | |
[pagina 153]
| |
13 september.Nu rijpt de herfst de rijk gebronsde peren
De sappige appelen glansen rood en goud;
En prachtig prijkt gelijk een tooverwoud
Het bosch, dat groen in purper doet verkeeren.
Hélène Swarth. | |
14 september.Unsere Dichter preisen die Frauen und die Mädchen, denen zu dienen die gröszte Ritterlichkeit ist. Aber so bald die Mädchen die Ehe schlieszen, werden sie rechtlos gemacht und geradezu zu einem Geschöpf zweiter Klasse degradirt. So widersprechen sich Gesetz und Sitte. Freiherr von Sturm. | |
15 september.Vivre, ce n'est pas compter des heures, des jours, des années: c'est sentir.
D. Coudrier. | |
16 september.Wee hen, die in een eeuw als deze, waarin de schoonste Idée, die ooit voor de arme, worstelende humaniteit is opgerezen, komende is tot machtige bewustwording in ons, spreken van ‘deze steeds glansloozer wordende aarde.’ Cornélie Huygens. | |
[pagina 155]
| |
17 september.Bij God, trouw, die door een wet moet worden beschermd, is al gebroken. De zedeloosheid onzer groote steden bewijst trouwens genoeg wat die wetten vermogen om het huwelijk rein te houden! - niets! - niets! - niets! Het onherroepelijk aan elkaar verbonden zijn met geen andere hoop op verlossing dan een proces vol schande, o, ik heb het doorleefd, voor den zwakke kan het niets brengen dan bedrog, nòg dieperen val, en voor den sterke.... lijden. Mevrouw Goekoop. | |
18 september.Liefde en vriendschap gelijken elkander, gaan meest samen, waarachtige vriendschap wordt even diep gevoeld als liefde, en de ware liefde is op vriendschap gegrond. Joh. van Woude. | |
19 september.O, zoet mysterie, gevend onze levenskracht aan dat kleine lichaampje, - gietend ons tot voedsel geworden bloed in die zwakke lipjes! Mevrouw Goekoop. | |
20 september.‘Wie leent heeft schade of schande,’ zegt een mooi, wijs oud-Hollandsch spreekwoord. De schade is voor den uitleener, de schande voor hem, die ter leen krijgt.
Fred. van Eeden. | |
[pagina 157]
| |
21 september.Ik worstel mij niet los met al mijn wennen,
Met al mijn strijd,
Ik heb voor eeuwig lief toch slechts dien éénen,
Om wiep ik lijd.
Of ontrouw ook den zicht'bren band mag slaken
Met schijnbedrog,
Diep in mijn hart denk ik aan haat noch wrake,
'k Heb lief hem nòg.
F. | |
22 september.Ellende is er in alle eeuwen geweest en honger en nood, schrikkelijker soms dan nu, maar iets is er nooit geweest in die mate als nu. En dat is de verlaging en verleelijking en ontwijding van het gansche leven, van wieg tot graf. Het verdorren van de schoonheid, van de poëzie, van de heiligheid en wijding in ons daadwerkelijk bestaan. Dit is zoo algemeen en zoo erg, dat bijna al wat schoon, poëtisch, verheven en statig, ja, meestal ook wat heilig en gewijd is, belachelijk schijnt en bespot wordt. Ons burgerlijk leventje is zóó klein, dat àl, wat een beetje anders, een beetje grooter of mooier is, mal wordt gevonden. Er is geen kunst meer, er is geen vroomheid meer, tenzij verspreid en verborgen; er is geen schoon en gelukkig samenleven meer op de wereld. Fred. van Eeden. | |
23 september.Poog met de herinnering heilig aan Leed en Liefde, gelukkig te zijn in het heden. O, laat het verleden herinnering zijn, heilige herinnering, goudene herinnering;.... maar zie nu áán het Heden.... L. Couperus. | |
24 september.O, l'amour d'une mère!
Amour que nul n'oublie!
Pain merveilleux qu'un Dieu partage et multiplie.
Table toujours servie au paternel foyer,
Chacun en a sa part et tous l'ont tout entier.
Victor Hugo. | |
[pagina 159]
| |
25 september.Het aantal kunstenaars is gering. De ware kunstenaar, die veel vrije zielsmomenten heeft, kan maar weinig zijn voor zijne omgeving. In zijn hooge stemmingen is hij los van de stof, los van de menschen. Is daarom egoïst en moet dat zijn.
Jeannette Bouman de Sauge. | |
26 september.Ik weet een simpel liedje,
Heel klein, maar diep van zin;
Ik weet een simpel liedje
- Mijn smarte weent daarin.
Ik weet een simpel liedje,
Heel klein, maar zoo vol smart....
Ik weet een simpel liedje,
Van een gebroken hart.
Speelt zachtjes, vedelsnaren,
Weent zoetjes, zoetjes uit!....
Speelt zachtjes, vedelsnaren....
Snikt diepe smart wel luid?
Pol de Mont. | |
27 september.En jaren vloden na dien zomernacht.
Weer ruischt een koeltje door de boomen zacht.
Ik zie die oogen, blauw in 't sterrenlicht,
Die stille stad, als in een vergezicht.
En 't woord dat mij zijn liefde gaf, dien nacht,
Dat zal ik hooren in mijn graf.... heel zacht.
Hélène Swarth. | |
[pagina 161]
| |
28 september.De liefde troost in elke smart,
En hoedt voor alle kwaad.
Des Amorie van der Hoeven. | |
29 september.Kon ik altijd gevoelen, wat ik weet!
Dat daar nooit Heil wordt zonder Smart geboren,
Dat er geen Hart zal worden uitverkoren,
Dat niet verging in Vlam van eigen Leed.
Fred. van Eeden. | |
30 september.Roem, naam, wat zijn ze in het heelal, in den loop der eeuwen? Wat zijn ze anders dan atomen, een korte poos rondzwervend in de oneindige ruimte, - dan verdwenen en vergeten!.... Naam, wat blijft er van over, als Fancy niet tot ons komt, en wat zijn wij dan meer dan die duizenden anderen? Naam, het is een droom, een nevelbeeld - niets. Maar een enkelen traan in een glimlach veranderd te hebben, een zwak, dwalend hart den rechten weg te hebben aangewezen, dit is iets - dit is veel - en gezegend, wien daarvoor een arbeidsveld is aangewezen. En wij glimlachen tot hen, die niet verstaan en onze dankbaarheid niet begrijpen kunnen. Joh. van Woude. |
|