Verjaardag-album
(1907)–Johanna van Woude– Auteursrecht onbekend
[pagina 19]
| |
[pagina 21]
| |
1 februari.Het is waar dat de Simons van Cyrene schaarsch zijn op aarde, maar men behoeft er ook maar één op zijn lijdensweg te ontmoeten, om zich het kruisdragen te voelen verlichten. F.W. Drijver. | |
2 februari.Geestelijke eenzaamheid maakt krachtig. De sterkste mensch is hij, die het meest alleen staat. Ibsen. | |
3 februari.Feindliche Gestirne?... die gibt es nicht. Der Mensch hat keinen anderen Feind als der Menschen, - der aber ist grimmig genug. Bertha von Süttner. | |
4 februari.Voor den man is het een smaad het voorwerp van medelijden eener vrouw te zijn.
Karl Detlef. | |
[pagina 23]
| |
5 februari.Onze daden zijn onze goede of kwade engelen, die ons volgen waar wij gaan.
Ford. | |
6 februari.Un jour tu sentiras peut-être
Le prix d'un coeur qui nous comprend.
Le bien qu'on trouve à le connaître
Et ce qu'on souffre en le perdant.
Alfred de Musset. | |
7 februari.Antwoord mij, Vader, want uw kind is bang...
De nacht valt òm mij, in mij - en gevloôn
Is 't lieve leven, 't leven, dat zoo schoon
Mij scheen met gouden zon en vooglenzang.
Antwoord mij, Vader, want de nacht is lang...
G.H. Priem. | |
8 februari.En aimant un être, nous lui donnons le pouvoir de nous faire souffrir.
Princesse Karadja. | |
[pagina 25]
| |
9 februari.Waar liefdesbloem eens wortel schoot,
Nooit sterft zij gansch dan met den dood
van hen, die oprecht beminnen.
En trekt men ze uit met woesten ruk,
Dan scheurt men ook het harte stuk
van hen, die oprecht beminnen.
Uit den Lyrischen Cyclus ‘Claribella’. | |
10 februari.Life should be Poetry, put into action.
Lubbock. | |
11 februari.Quand tu perds par triste occurance
L'espérance,
Et la gaîté,
Le remède au mélancholique,
C'est la musique
Et la beauté.
Alfred de Musset. | |
12 februari.O, klop niet zoo luid aan de poort van mijn hart...
Mijn hart is een stad vol dooden
Er sluimren veel schoone droomen zacht
Onder de zonnige zoden.
Mijn hart is een haven in 't tooverland,
Waarvan de sprookjes vertellen;
Voor anker dobbert er stil de vloot,
Beschut voor wind en wellen.
Het scheepsvolk is aan land gegaan,
En heeft er de vloot vergeten,
En hoeveel schats daar nu rentloos ligt
Heeft nooit een mensch geweten.
G.H. Priem. | |
[pagina 27]
| |
13 februari.Och, de menschen zijn zoo wreed!... Omdat ze zoo slecht zijn?... Toch niet, - maar omdat ze zoo weinig denken, zoo zelden nadenken, zoo goed als nooit doordenken. Van Koetsveld. | |
14 februari.Etre homme, croyez-moi, ce n'est pas peu de chose...
C'est employer sa force à servir la faiblesse;
C'est souffrir, c'est lutter avec les opprimés,
C'est vouloir relever tous ceux, que l'on abaisse,
C'est porter dans son coeur tous les désherités.
Victor Hugo. | |
15 februari.Is de leugen niet
Een modeplantje, trouw verzorgd, gekweekt
In warme kassen? Wordt, die waarheid spreekt,
Niet uitgelachen als een excentriek?
G.H. Priem. | |
16 februari.Een groote liefde is een volkomen vereenzelviging, een geheele oplossing. Niets leeft en bestaat er dan éen wezen. Slechts voor éen wezen schijnt de zon, veranderen de jaargetijden, rollen de sterren door het hemelgewelf. De menigte om ons heen bestaat niet meer of slechts als schimmen; slechts éen stem is voor ons oor waarneembaar. O kinderen dezer wereld, wat weet gij van zulk een liefde? Niet meer dan de kruipende worm onder den grond van het schitterend zonlicht weet. Ouïda. | |
[pagina 29]
| |
17 februari.Heb liever veel overschat dan nooit vereerd. Henri Lou. | |
18 februari.Als men in plaats van gebeden gouden tientjes ten hemel moest zenden, dan zouden bijna alle menschen atheïsten zijn.
E. Wertheimer. | |
19 februari.Eerlijk en zwak, dat is alles wat men noodig heeft, om het offer of het werktuig van deugnieten te zijn.
M. Berthelot. | |
20 februari.Een vrouw alleen weet wat een kind noodig heeft. Zij alleen weet op zulk een vroolijke, vriendelijke, prettige wijze het hoedje vast te strikken, de schoentjes aan te trekken en woordjes samen te rijgen, die zoo aardig klinken; woordjes zonder zin, maar die zij vol van zin weet te kussen. Dit alles doet het leven naar buiten komen. Op die wijze leert het kind onder het dartele spel, dat liefde heilige ernst is. Zoo krijgt het niet te vroeg een strakke plooi. Dat is het werk van moeders. Vaders beminnen ook - de mijne althans - maar toch veel zwaarmoediger, met veel meer ernst en overleg; niet half zoo wijs, wijl minder dwaas.... E. Barrett Browning. | |
[pagina 31]
| |
21 februari.Het wederzijdsche recht om elkander ernstig, hartelijk, bescheiden maar tevens onbewimpeld de waarheid te zeggen, behoort de eerste voorwaarde te zijn, waaronder het verbond der vriendschap gesloten wordt. Borger. | |
22 februari.Een zinnebeeld van ons leven is het handwerk van ons vrouwen! Wij naaien - naaien - prikken ons de vingers stuk, bederven onze oogen om voort te brengen - wat?... Een paar pantoffels, edele heer, die gij aantrekt, als gij vermoeid zijt, of een voetenbankje, waarover gij struikelt en dat gij hartig verwenscht. E. Barrett Browning. | |
23 februari.‘Ik wil!’ - Het woord is machtig.
‘Ik moet!’ weegt zwaar wie 't zegt.
Het eerste sprak de meester,
Het tweede spreekt de knecht.
Laat beiden één u worden,
Draag ze in uw hart voorgoed.
't Is 't grootst geluk op aarde,
Te willen wat men moet.
Heye. | |
24 februari.Een hart van liefde vol kan nooit door smart verkwijnen,
Het draagt de kiem in zich van eeuw'ge jeugd en kracht.
Niet altoos kan de zon haar licht voor ons doen schijnen,
In 't hart waar liefde woont, daar wordt het nimmer nacht.
A.D. Loman. | |
[pagina 33]
| |
25 februari.Niet als een haastig voorbijgaande genotsdroom komt de Liefde tot de reinen van hart, maar als doop, als wijding, als heiliging.... En wij gevoelen ons als door engelen omgeven, die, - wetend van de loutering onzer zielen, - ons toeglimlachen... en ons dragen op hunne armen, hooger... altijd hooger... tot nabij den troon van God.
Joh. van Woude. | |
26 februari.‘Als gij niet goed zijt is niemand goed.’ Die weinige woorden zijn soms een groote verantwoordelijkheid, en kunnen het vreeselijkst branden der wroeging zijn.
George Eliot. | |
27 februari.Wij kunnen verzekerd zijn dat onze wil eenige keeren op een dag zal gedwarsboomd worden, en daarop moeten wij ons met waken en bidden voorbereiden. Ieder in huis heeft een zondige natuur, evengoed als wij, en wij moeten dus niet te veel van onze huisgenooten verwachten.
Beecher Stowe. | |
[pagina 35]
| |
28 februari.De ziel van hoogen adel is een macht; zij behoeft slechts te leven om dat te zijn. Er vloeit iets uit van haar, dat geheimzinnig gaat van mensch tot mensch.
J.H. Hoover. | |
29 februari.Ik wacht zoo lang, o Lief, en 't wordt zoo laat,
Is dat de klank niet van uw stap op straat?
Is dat uw stem niet in de stille gang?
Het wordt zoo laat, o Lief, en 'k wacht zoo lang.
Hélène Swarth. |
|