Hoe langer het evenwel duurde, des te grooter werd mijne bezorgdheid over u, en ge kunt u dus mijne blijdschap voorstellen, toen ik uw gelukkig briefje ontving. Ge zegt dat hij met zijn aanzoek gewacht heeft, tot hij thuis kwam met betere vooruitzichten en dat zulks u zoo verwondert, omdat hij wel had kunnen begrijpen dat hij u even lief zoude zijn zonder - als met dien rang. Zoo gaat het meer, beste meid, met menschen van een goed allooi; zij schatten hunne waarde te laag. Zekere jongejuffrouw maakte zich evenzeer aan die fout schuldig. Ik vind het volstrekt niet bevreemdend dat Lamard zich tweemaal bedacht heeft, eer hij hetwaagde u te vragen.
Het spijt ons evenals u dat hij niet langer met u hier kan komen dan die weinige dagen; maar plicht gaat voor.
Ik moet u ook hartelijk gelukwenschen voor Betsy Terhorn. Van avond ging ik op moe's verzoek het nieuws op Koelenhove vertellen. Het was juist geen prettige opdracht, want ge weet dat ik volstrekt niet zoo met den Weleerwaarden dweep als moe; ook vond ik niet noodig dat hij het met extra-bode vernam, maar moe was er op gesteld, omdat ge bij hem aangenomen zijt, en dus aanvaardde ik den tocht maar. Toevallig was het juist de avond, waarop Betsy van de kostschool terugkwam, ik geloof nu voorgoed.
Zij was buitengewoon mooi geworden, Dora, maar wat aan haar veranderd moge zijn, hare kinderlijkheid en eenvoud niet. Ik wilde wel dat ge gezien en gehoord hadt hoe zij mij de hand toestak en zeide: dag, Maurits, hoe is 't met je?’
‘Herinnert ge u nog wat wij besproken hebben, nadat wij voor het laatst met haar hadden gewandeld? Gij zeidet mij hoe het u speet haar te moeten verlaten en hoe gij beiden voornemens waart drukke briefwisseling te houden. Ik betoogde daarop dat het twijfelachtig was of zulks tot haar geluk zou meewerken, daar hare vriendschap voor een burgermeisje haar vroeg of laat hetzij lastig, hetzij verboden kon worden. Gij stemdet mij