De nieuwe Walcherse ploeg, opgestelt door een Zeeuwsche boere knecht, tot vermaak der jeugd(1802)–Jan Gerritse Wondergem– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een Nieuw Lied. Op de Boere Kermis, of Zaaddorschdag, wanneer men Koolzaad dorscht. Op een aangenaame Wys. Wanneer men Koolzaad op den zeile, Gaat uit dorschen zonder feile, Eerst zoo drinkt men in het rond, Als 't is in den Morgenstond. Dan zoo gaat men aan het dorschen, Straks zoo zal men u verlossen, Als u honderd is afgedaan, Zyt gy weder vry van slaan. Honderd banden zyn afgeslagen, Drinkt nu weer na u behagen, Gezuikerde genever goet, Dat doet verkwikken jeugdig bloed. Kom nu Meisje, Schenkt een reisje, Voor het Knechtje na behoor; Ja hy zal u jeugdig vleisje, Wel eens loonen nog daar voor. [pagina 16] [p. 16] Nu alweder aan het draagen, Zagjes met een groot behaagen; Tot dat gy alweder denkt, 't Is tyd dat men de Knecht beschenkt. Ik zal er u wel voor peulen, In die hoop van zaadescheulen, Zonder dat het iemand ziet, Wat 'er tusschen ons beide geschied. Is het niet een groote vreugd, Eens te pelen voor de Jeugd, 't Is ook plaizier al voor de luijen, Die daar dorschen met hun vluijen. 't Is maar om plaizier gedaan, Dat wy na de peulhoop gaan, Ja dat daar ook niet geschied, Teld men de jeugd zoo veel als niet: Het is gebruik al van de lande, Ik en acht het voor geen schande, Daarom wilt doch doen u pligt, Gelyk u leerd dit dorschgedicht. Men zal u dan wel laaten drinken, Ja ook wel eens frisch beschinken, Want gy hebt het Meisje op zy, Zingt dan vrolyk ende bly. Zonder zingen wilt my verstaan, Word koolzaad dorschen niet veel gedaan, Wanneer men heeft wat drank in 't lyf. Is 't zingen veel ons tydverdryf, Daarom Boer wilt altyd maaken, Dat de pul voor alle zaaken, Doch maar knaptjes is voorzien, Zonder drank kan 't slecht geschien: Dan is men moedig om te werken, Want zy doet het hart versterken; Ik en acht het ook geen schaad, Als men schenkt met goeden maat. Wilt dan waar plaizierig weezen, [pagina 17] [p. 17] Als by Boeren Knechts gepreezen, Als er aan komt deze vreugd, Dat gy koolen dorschen meugt. Met dit Liedje wil ik ende, Wilt u tot dit rymptje wende: Als gy op de Zaadvloer bent, Zingt dit dan zeer pertinent. Vorige Volgende