Historie van den heer Willem Leevend. Deel 5
(1785)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 225]
| |
Waarde juffrouw Belcour!Hoort gy dan niets van onzen Vriend? Zou hy wel in veiligheid, zou hy wel gezond zyn? Hy was gekwetst, en zyne hand wat verwrikt. o Myn hart hangt hem zo aan!..... Ik kan hem niet vergeeten. Hoe treurig is thans myn huis! Het is, of zy beiden dood zyn. Hoort gy niets van hem? Ik heb een beleefden Brief van myn Heer Ryzig; maar weet niets byzonders door dien Brief, dan dat de Heer Leevend aan zyne Zuster eenige regelen gezonden heeft, zonder plaats-teekening. - Was ik maar in staat, om hem te helpen! Bernards is evenzeer met hem begaan; en zo het mooglyk was, hy zou hem gaan zien, waar hy ook was. Zeker Heer heeft my eenen Brief voor geleezen, waar in de Heer Leevend gewaarschuwd wordt, dat de Familie hem vervolgen zal, en ten dien einde niets ontzien. | |
[pagina 226]
| |
Konden wy hem dit berichten! Zag ik hem maar; hoe, kan my haast weinig scheelen. - Schryf toch, of gy iets ter vertroosting bebt voor
Uwen Vriend,
j. roulin.
P.S. Inleggenden heb ik voor u ontfangen. |
|