Historie van den heer Willem Leevend. Deel 3(1784)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 204] [p. 204] Toegift. Uit gunst. Aanschouw uw Man toch als uw hoofd, Ach! nimmer moet gy hem regeeren. Laat liefde rasch te rugge keeren, Indien gy u iets goeds belooft. Dan zult gy, liefelyk en fyn, Als Saalmons deugdzaam Vrouwtje zyn. Leg niet, zo als 't gebruiklyk is, Elf uuren nog op 't bed te ronken; Vooräl moet gy u niet oppronken, En geeven daar door ergernis. Niet slorzig, en niet al te net, Daar is de Man meest op gezet. Dit Naam-Dicht is gemaakt, u zoete Bruid ter eeren; Op dat gy uwen pligt daar uit ook al zoud leeren. [pagina 205] [p. 205] Aanvaart als Adam uwe Vrouw. Blyf haar als Jakob toch getrouw. Reik haar ter hulp toch uwe handen Acht haar gelyk het zwakste vat. Het geen verwelkt gelyk een blad. Als in de Schrift ons word bewezen: Merk Petri brief; daar kunt gy 't lezen. Rust met haar, zyt gy mat en moed. Een eigen huis is toch maar goed, In ziekte en in het kinderbed. Zo zult gy haar geheel verwinnen; In haar hart zal ze u weer beminnen, Gelyk David Mefibozeth. jochemus zwanenschacht. Schoolmeester in de Gemeinte te Kipdorp. De Mensch is aarde. Vorige Volgende