Historie van den heer Willem Leevend. Deel 2
(1784)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 46]
| |
Baron!Hy wil niet duëlleeren. Kan ik hem dwingen? Zie, wat hy my antwoordt op het Briefje, aan hem gezonden. Hoor, ik moet geld hebben; dat begrypt gy. Is 't myn schuld, dat hy niet wil? Heb ik hem niet brutaal genoeg geschreeven? Wat kan ik meer doen? Nog eens, leen my honderd Ducaaten, of ik verkoop myn ring; daar is my al meer dan die som voor geboden. En gy hebt nog al zo wat gekheid met familiestukken. Ik heb myn promotie geld verspeeld: de oude wil niet meer geeven, maar gy kunt myn ring krygen. Schulden van eer moeten betaald, de andre reken ik niet. Als ik in uwen naargeestigen hoek ben, kan ik ordentelyk leeven; nu moet ik pret hebben.
u. van goudenstein.
P.S. Hoe fyn houdt gy u! gy hebt immers in jonger jaaren ook wel eens mede gedaan? |
|