Historie van den heer Willem Leevend. Deel 1
(1784)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 293]
| |
Teederbeminde moeder!Ik hoop, dat myn weinig schryven my niet onder de verdenking legt, dat ik myn pligt omtrent u vergeet. Myne veelvuldige bezigheden zyn daar grootendeels oorzaak van; en als alles wél is, denkt myne Mama zeker, geene tyding, goede tyding. Zuster zal u ook zeker mynen laasten hebben medegedeeld? groet haar hartlyk voor my: de lieve Juffrouw Roulin verzeekert u beide van haare achting. Ik wil voor u, myne lieve Moeder, niet verbergen, dat ik zedert een dag of drie wat onpasselyk ben, en het huis houde. Myn voet is uitgeglipt, en ik heb my een weinig aan myn hals, wat ter zyde het kaakenbeen, bezeerd. Er is zo weinig aan vast, dat ik even goed kan studeeren; het kleeden is my maar wat moeilyk. Ik ben hier by uitneemendheid wel, en bedank u nog duizendmaal voor alle uwe goedheden. Ik hoop, dat gy en Vader wel zyt, en ik groet zyn Ed. my teekenende
Uw liefhebbenden en gehoorzaamen Zoon en Dienaar,
w. leevend. |
|