Historie van den heer Willem Leevend. Deel 1
(1784)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 68]
| |
Ge-eerde mama!Het is my leed, waarlyk, dat een zeer excusabel verzuim zo verbaast hoog wordt opgenoomen: nu, dat gebeurt my wel meer; ik ben er niet zeer verbaast over, men gewent aan alles. Ik wist ook niet, dat myne t'huis komst zo hoognodig waar. Maar 't is wél, ik zal binnen agt dagen denkelyk t'huis zyn. Ik kom daar zo van een Party; het slaat drie uuren; maar ik zal niet naar bed gaan, vóór ik deezen geschreeven heb. Heden, Mama, wat zou ik toch antwoorden op de Communicatie van Willems voorneemen om voor Dominé te gaan studeeren? Het besluit is immers genoomen, en wat zoude het veel uitdoen, of ik nu al eens zeide, dat dit project de eer niet had om my te behaagen? Als ook, dat ik zeer wel zie, waarom hy een studeerkamer voor een zeer bloeiend Kantoor verkiest? Dat ik gaarn by myn Vaders Zuster ben, is nog al zo heel vreemd niet. Mama heeft immers ook haare verkiezingen: ja zelf eene byzondere | |
[pagina 69]
| |
Vriendin aan Mevrouw Helder? Als Töller by Tante bezoeken aflegt, heb ik geen recht om my daar tegen te kanten. Ik wagt hem niet op; dien Zotskap. Ja wel! hij zal my hebben! Tante groet u minzaam: ik tekene my
myne ge-eerde mama!
Uwe gehoorzaame Dogter en Dienaresse,
a. leevend. |
|