Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendLXXXVI. (Brief van Aagtje Deken aan den heer J.E. Grave).Waarde Vriend!
Wolfje en Deken waaren zeer blyde, door een Lettertje van UEd. te verneemen dat gy en al de uwe nog welvaarende waart, wy waaren reeds over u bekommert omdat gy ons nog niet geschreven hat en zeer ongesteld van ons gegaan waard, de behandeling van den Heer van der JagtGa naar voetnoot1 keuren wy geheel af. Mooglyk verrukt zyn niewen staat hem zo zeer dat hy niet weet wat of hy doet. Wy gaan voor eenige dagen op een buitenplaats digt by de BeverwykGa naar voetnoot2, zo UEd. in dien tyd aan ons mogt schryven, zo denk wanneer gy niet ten eersten antwoord ontvangt dat wy nog niet thuis zyn. Wy hoopen ons lieve Hansje haast by ons te zien, wy vleyen ons dat wy haar in ons stil eenvoudig leeven vermaaken kunnen. Vaar wel lieve vriend, groet uw vrouwtje en zuster hartelyk van haar die altoos zullen blyven Waarde Vriend
UEds. oprechte Vriendinnen Wolfje en Deken. Ryp, 5 Mai 1778. |
|