Economische liedjes(1781)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 106] [p. 106] Morgen lied voor een ambagtsman. Wys: Hier heeft my Roozemond bescheiden. 'k Moet op; 't word licht. 'k Heb nieuwe kragten Van u alleen, ô lieve Heer! Ik geef 'er u, in myn gedagten, Den roem van, want ik kan niet meer. 'k Bevind my aanstonds in het midden Van Kindren, in een groot geweld. 'k Beveel ons U: dit is myn bidden; Gy zyt meest op het hart gesteld. 'k Heb geen Bidkamer, 'k heb geen Boeken, Ik heb geen tyd, om zo alleen Al myne pligten te doorzoeken, Maar doe myn werk altoos te vreên. [pagina 107] [p. 107] Al kan ik dus geen kamer sluiten, Als andren doen tot hun gebed; 'k Sluit alles, wat niet goed is, buiten Een hart, dat knielt voor uwe wet. Ik ga myn brood met vreugde winnen, Voor my en voor myn huisgezin; Ik zal met u den dag beginnen: 'k Wagt van uw zegen myn gewin. 'k Heb gister avond nog gelezen: (Gelukkig zo ik hier op let!) ‘Te vreden zyn, is dankbaar wezen; Vertrouwen, is het recht Gebed’. 'k Ben wel gemoed, ik voel geen kommer, Ik dank u voor myn gunstig lot; En denk, in al myn aardschen slommer, Aan Dood, aan de Eeuwigheid, aan God. Vorige Volgende