Economische liedjes(1781)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 91] [p. 91] Het Gasthuis. Wys: Oui, je l'Aime pour jamais. de broeder. 'k Weet niet, wat wy hier toch doen? Foei, het strydt met ons fatzoen, (bis.) In een Gasthuis rond te dwaalen. Naauwlyks kan ik adem haalen! Hemel! welk een naare lucht! (bis.) Wat voor genoegen, Geeft u dat zwoegen Dat gekerm, geklaag, gezucht? (bis.) de zuster. Broeder, kent gy 't heil nog niet Dat ons 't mededoogen biedt? (bis.) Dan moet gy hier veel verkeeren, En aldus ontferming leeren. De menschen, die gy veracht, (bis.) Al zyn 't geen ryken, Zyn ons gelyken, En met ons van een geslagt. (bis.) Vorige Volgende