Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,34 MB)

Scans (10,04 MB)

ebook (4,06 MB)






Editeur
Anne Marie Musschoot



Genre
poëzie

Subgenre
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne

Vorige Volgende
[p. 481]

II
De schurftige danser

[p. 483]

I

[p. 485]

[Ik kom alleen, bij nacht, in deze zee-stad aan]

 
Ik kom alleen, bij nacht, in deze zee-stad aan.
 
Van uit den zoelen trein en 't zacht-doordeinde vluchten
 
ineens, pal, in de wervel-hoos der kille luchten
 
waarvan de zweepen gierend me in 't gezichte slaan.
 
 
 
De zwerken veêg van licht, waar masten, ra's en touwen
 
de teeknen schrijven van onzeekre rust en reis.
 
Geen leven, dan de ronde wind die zwiert zijn zeis
 
en, verre, de aêm der zee bij zuigen en bij stouwen.
 
 
 
Ben ik de balling? Ben ik die het Leven zocht?
 
Ben 'k, wie zich-zelf ontvlucht, bewust van nimmer vinden?
 
Was 't de onmacht die mij dreef der al te zeer beminden
 
of droog de dorst van hem die nooit beminnen mocht?
 
 
 
Ik heb de kameren gesloten op haar geuren;
 
ik sloot de erinnring op de leugen van 't gedicht.
 
Thans: zwarter dan de nacht aan 't nachtelijk gezicht
 
waarvan geen scherpe maan het guur geheim komt scheuren.
 
 
 
- Ik kwam; ik kom; ik ken alreê mijn eenzaamheid.
 
Verzoeking van de zee, reeds voel 'k u van me wijken.
 
En 'k luik mijne oogen, moê van in deze ijlt te kijken,
 
onzichtbaar, maar die mort en bijt.

Vorige Volgende