Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,34 MB)

Scans (10,04 MB)

ebook (4,06 MB)






Editeur
Anne Marie Musschoot



Genre
poëzie

Subgenre
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne

Vorige Volgende
[p. 439]

[Uren van harde macht, waar 'k in de zwartste nachten]

 
Uren van harde macht, waar 'k in de zwartste nachten,
 
die heller zijn dan git,
 
ter ijlste hoogten, en de steilste, der Gedachte
 
onzichtbaar-tronend zit; -
 
 
 
uren van harde macht, gebore' uit trots en lijden:
 
hoe hebbe ik u bemind,
 
toen 'k Leven wijken deed, en Dood - o weidsch verblijden -
 
mocht koestren als een kind;
 
 
 
waar 'k heel mijn weze' als plots genade-weel'ge borsten,
 
mocht de' Onverzaadb're biên
 
en 't bateloos geluk mocht dulden, aan zijn dorsten
 
geheel tot ijlt' te vliên.
 
 
 
Geene begeerte meer: o vrijheid, en geen bede;
 
en, allen strijd beslecht,
 
uit diep-gerooiden drift den diep-ontgonnen vrede
 
van 't eindlijk eind-gevecht.
 
 
 
Arm als geen enkle, maar zich voelen, koel, den rijke
 
die, 't zwoelst geluk doorleên,
 
het Wezen, de eeuwigheên ontwassend, kan doen wijken
 
naar eendere eeuwigheên...
 
 
 
Uren van felle macht, hartstochtelijk negeeren
 
gebore' uit boete en spijt:
 
wat heb ik u bemind, ik die u mocht regeeren,
 
en - treurig ben, en lijd...
 
 
 
- Want zie, de aarde is den tijd nabij dat tijend streven,
 
àl zwellend, welven gaat.
 
Weêr word ik als een zonne-straal die staat te beven
 
en, bevend, rechte staat;
 
 
 
weêr word ik, waar de luide bodem ligt te kenen
 
voor 't licht-bekroonde kruid,
 
gelijk de bronnen zijn die onbedaarlijk weenen
 
met daevrend-blij geluid.

Vorige Volgende