Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

[p. 371]

[Ik zeg niet: ‘Ik’; ik zeg aldoor maar: ‘Gij’]

Ik zeg niet: ‘Ik’; ik zeg aldoor maar: ‘Gij’.
Waarom en wilt ge u niet in mij begrijpen?
Ik, druif die in de zonne hang te rijpen.
De zonne blind, waarin ik dij.