Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 277] [p. 277] [o Dat van vroomre schoonheid loom] o Dat van vroomre schoonheid loom, en steeds van weelger hoop gevoed, gelijk een lent-gezwollen stroom aldoor dit harte rijker bloedt... Uw blik, die vreest en weigrig weet welk duistre droesem-diept hij peilt; de schroomge luister van uw kleed; uw blank gebaar, dat aarzlend wijlt; en, in mijne hankere arremoe, ik, die uw naedre min bevroed, - o, weiflend kind, dat luistert hoe dit pijnlijk harte rijker bloedt. Vorige Volgende