Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,34 MB)

Scans (10,04 MB)

ebook (4,06 MB)






Editeur
Anne Marie Musschoot



Genre
poëzie

Subgenre
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne

Vorige Volgende
[p. 65]

De moeder en de zoon

 
de moeder
 
Ik draag u aan mijn hart, al ben ik járen-zwaar.
 
Voelt ge mijn adem als een vlamken op uw haar?...
 
de zoon
 
Ach, zwijg: ge zijt een vróuw langs leêge levens-straten...
 
de moeder
 
Hoe, heb ik niet mijn zoen op uw gelaat gelaten?
 
de zoon
 
Uw zoen is op mijn mond gelijk mijn tranen: zóut...
 
de moeder
 
Mijn zoon, mijn zóon; ik ben voor u als duister goud...
 
Zíet ge mij niet, om u zoo troostloos-droef te wanen?
 
de zoon
 
Mijn moeder, 'k zie u vréemd in 't licht van mijne tranen...
 
de moeder
 
Bemínt ge mij dan niet, mijn kind?... Zie hoe ge leeft
 
in iedren tragen traan die in mijne oogen beeft.
 
Ziet ge niet heel uw leve' in mijn grijze oogen leven?
 
de zoon
 
Neen, arme moeder...
[p. 66]
 
de moeder
 
Noch uw wonder-dolste daên
 
die vrédig als een herfst over mijn lippen gaan,
 
mijn zóon?
 
de zoon
 
Ik heb mijn wil een hárder beeld gegeven;
 
een ándre vrouwe leeft voor mijne onsterflijkheid...
 
Des ben ik droef, o vrouw die mijne moeder zijt.
 
Kán ik nog de' uwen zijn?
 
de moeder
 
Helaas, de schoone dagen
 
om uwe liefde en vreugde in deemoed stil gedragen;...
 
- en thans, in úwe aanwezigheid, zoo gansch alléen...
 
Ziet ge niet dat ik ween?
 
de zoon
 
...Ziet ge niet dat ik ween?

Vorige Volgende