factor hangt nu eenmaal van eene goed-zichtbare ratio af), en ook wel omdat men niet durft, omdat men vreest ze te krenken, - onder deze lieden is het, dat men eerder ontevredenheid zou te zoeken hebben. Ontevredenheid die zich, bij deze zwakken, vooralsnog niet heeft voorgedaan, waaraan althans geen lucht is gegeven, en die, zoo zij bestaat, onderdoet voor gedweeë lijdzaamheid en, bij deze werkloozen, voor eene onbegrensde verveling.
Ik zei dat, ook in de tegenwoordige omstandigheden, en na tweehonderd-vijftig dagen oorlog, de gebleken onverstoorbaarheid van het Brusselsche volksgemoed haar oorsprong kan hebben in het gemakkelijke leven dat men, in gewonen tijd, te Brussel geniet. Dit lijkt wel eenigszins paradoxaal, juist omdat het ongewone van den tijd ons van veel gemak beroofd heeft, en wij dientengevolge te beter moeten gevoelen wat wij ontberen; hetgeen niet gaat zonder onbehaaglijkheid.
Merk echter op, dat wij op een of anderen indruk, op een of ander voorval niet reageeren met onze rede: zij ontmoeten eerst ons gemoed, dat zelden logisch en consequent is. Dat gemoed nu is voorbereid, is gekneed door allerlei impressies en stemmingen, door allerlei ondervindingen en gewoonten, wordt bestuurd of laat zich althans verleiden door een zekeren gemakzucht en door aangekweekte neigingen, die er een grond van bestendigheid, van onveranderlijkheid, iets als weerzin voor verandering, iets behoudsgezinds aan geven, die, vooral bij langdurige wijzigingen in voelen en handelen, zelfs de levenskrachtigste gemoedsbodem tot aanpassing nopen. - De Brusselsche volksaard nu, die 't gemakkelijke leven van vroeger optimistisch en gul, goedgeefsch en goedlachsch heeft gemaakt,