recht hield niettemin om de heerlijke taal waarin het geschreven is, om het dichterlijke en pikante van het bedrijf in de tent van Prinzivalle, en om de schittering van décors en costumes. Een stuk dat daardoor ook toondichters, die in een effect-opera willen triumpheeren, aan moest lokken.
Er waren minstens twee die het aangingen. Eerst een Hongaar, geloof ik, die in het tweede bedrijf een ballet had gelascht, (waarom niet?) viel ervoor met Maeterlinck in hevige ruzie. Want de idealist Maeterlinck herinnert zich altijd te goeder ure en op praktische wijze dat hij advokaat is. Nu onlangs nog Henry Février, die ook ruzie kreeg, ditmaal omdat Mevrouw Leblanc in de Parijsche Opera de rol van Monna Vanna niet spelen mocht: een herrie, die den heer Février, welke veel geluk met zijn werk schijnt te hebben, zeker weêr ten goede zal gekomen zijn. Ook met Debussy is, naar ik meen, Maeterlinck geen dikke vrienden. En Dukas wijt het zijn librettist, of liever den opgelegden wil van den librettist, dat Ariane et Barbe Bleue in de Opéra-Comique slechts een half succes was....
Intusschen hebben Pelléas en Ariane hun weg gemaakt. Van den Hongaar weet ik niets af. Maar ook Février heeft gisteren grooten bijval gehad. In hoeverre zijne Monna Vanna dien nu verdient?
De muziek van Février komt me nogal composiet voor. O, vrees niet dat ze verbluffend-nieuw is. Een tikje Wagneriaansch natuurlijk, polyphonie; maar ook: kleur, impressionisme, Debussysme. Février vergeet ook niet dat hij leerling van Massenet is, en daarenboven van Fauré. En daarbij heel veel scènische gevatheid, een sterk métier, en melodische inspiratie. Die muziek zou ik arrivisten-