bestaande orde is ingericht optreedt. Jonge advokaten en jonge officieren zijn er vóor, omdat een driejaarlijksch verblijf in de kolonie als magistraat of in het leger misschien een vet plaatsje in het moederland voorbereidt; maar misdadigers, die bang zijn voor boetstraffelijke ontginningskoloniën, en milicianen, die voor dienst onder de tropen, terecht of ten onrechte vreezen, zullen er vermoedelijk tegen zijn. En hoe een rijk financier die goede belegging zoekt, en hoe een arme dompelaar die vindt dat hij al belastingen genoeg betaalt, denken, dat hoeft geen betoog noch een diepgaande menschenkennis.
Dit is, ik mag het u verzekeren, het oordeel van het land. En op zulk oordeel wil men zich beroepen! Is het niet al treurig genoeg, dat in de Kamer-zelf zoovele menschen zitten, en stemrecht hebben, die belangen in Kongo hebben en dáardoor reeds, hoe men hunne eerlijkheid ook boven alle verdenking stelle, blootstaan aan oordeelspartijdigheid?....
Neen, wij kunnen niet gelooven, dat de socialisten hun ontwerp tot ‘raadpleging van het kiezerskorps’, - verworpen reeds in den Senaat, en dat dus, ook bij goedkeuring in de Kamer, vruchteloos aan 't heen en weer wandelen tusschen de twee zittingszalen kon gaan, - ernstig hebben opgenomen. Tijdverlies, obstructie, en anders niet...
Obstructie ook, al geldt het hier een pijnlijk feit: de interpellatie-Janson, die evengoed in eene morgenzitting kon gebeuren, te meer daar aangenomen was dat de namiddagzittingen uitsluitend voor Kongo zouden worden voorbehouden.
Een pijnlijk feit: volksvertegenwoordiger Augusteyns,