voor België daar verandering in brengen? - Dat dekreet luidt: nog slechts tweemaal ter week mag weeldegebak gemaakt. De hoeveelheid van dat gebak is echter, voor zoover ik weet niet beperkt. De pasteibakker maakt dus al wat hij wil, zooveel als hij wil, - als het maar 's Woensdags en 's Zaterdags is. ‘En ach,’ verzekert mij, met een kersrood pruilmondje en kwijnende blikken, eene uiterst bevoegde patissière, ‘ons gebak houdt het 's winters makkelijk drie dagen uit, mits voorzorgen’...
Zoodat ik vrees dat de nieuwe ‘bekendmaking’ weinig gevolg zal hebben, tenzij, misschien, bij Duitsche militairen, wien aldus in het geheugen wordt gebracht dat men zich in hun vaderland terwille van den oorlog, soms hardere ontberingen oplegt, dan het verzaken aan taartjes. Wat de welgestelde Brusselaars aangaat, de tijd zal wel niet zoo veraf zijn, dat de nood zal dwingen, ervan af te zien...
Intusschen heb ik vanmiddag weêr de kar van den uitdrager eener coöperatieve werkliedenvereeniging letterlijk leêg zien plunderen, terwijl de uitdrager machtelooze armen in de lucht hief bij de echte woede der uitgehongerde kleine burgers, die, verstoken van de volkssoep, soms niet weten hoe aan brood te geraken. - Een paar uren nadien reden Duitsche wagens voorbij, beladen met zwarte vijfpondsmikken, die er nu juist niet smakelijk uitzagen. Af en toe sprong een jonge kerel met acrobatengratie achter den rug der voerlui, die niets bemerkten, op den laatsten wagen, gapte een brood, langde het den volgenden makkers, en zette aldus de proviandeering van zijn wijk voort, tot zoolang hij in mijn gezicht bleef...