13 December.
De nieuwe gouverneur-generaal schijnt het er op aan te willen leggen, alle achterstallige zaken maar ineens met energie op te ruimen. Nu laat hij tegen 19 dezer de provincieraden bijeenroepen (de provincie-gouverneurs hoeven er niet bij te wezen), die beslissen zullen hoe de oorlogsschatting, die ons is opgelegd, zal worden betaald. Van die oorlogsschatting hadden wij vroeger al gehoord; maar men had er toen niet verder over gepraat; en zoo was men zelfs gaan gelooven dat de vastgestelde som - niet minder dan vijfhonderd millioen, in éen jaar te betalen - ook den Duitschers wat hoog was gaan schijnen, zoodat zij er voorloopig van hadden afgezien.
De eenvoudigen die aldus dachten zien hun waan ineenstuiken als een kaartenhuisje; op het oogenblik dat de provinciale staten bijeen werden geroepen, werd ons ook medegedeeld, dat de vereenigde provinciën van het land maandelijks en voor den duur van het jaar gezamenlijk veertig millioen kregen te betalen. Eerste vervaldag: 15 Januari. Over de wijze van uit-