integraal communisme, de subliemste utopie, hem ontfutselt wat overbleef van zijne erfenis, nadat zijne vrijgevigheid al de overvloedige mildheid van zijn hart had bewezen. Al deze avonturen zullen onzen armen held deerlijk havenen. Belooning voor zijne hooge menschenliefde zal hij helaas niet vinden: hij belandt, tot besluit, in een krankzinnigengesticht.
Dit als geraamte van een werk, dat verder met zijn wereldberoemd voorbeeld natuurlijk niets te maken heeft, en er nog nauwelijks aan terug laat denken. Lezen wij het boek van Cervantes weer door, dan boeit het ons in de eerste plaats om het verrukkelijke verhaal. Dat verhaal wordt, naar het voorbeeld van den tijd waarin het ontstond, onderbroken door episodes: die hadden wij gaarne gemist. De psychologie ervan is, naar onzen smaak, niet voldoende uitgediept; het genot ligt dan ook aan, hangt af van de verrassende toedracht der gebeurtenissen. Zeker, wij zien de diepere beteekenis van een Don Quichotte in. Onder mekaar zullen wij spreken van de tragiek van zulk een personnage. Ook ons is hij een symbool. Doch, wij moeten nadenken en vergelijken voor wij tot zulke gevolgtrekking komen. Met andere woorden, er is meer dan ervaring, er is een zekere kennis toe noodig om Don Quichotte volkomen naar zijn psychisch wezen te waardeeren en te belijden.
Met Franz Hellens is dat gansch anders; hier volstaat persoonlijke ervaring, en de meest direkte, zonder alle verdere wetenschap, volkomen, om zijn held ik zal niet zeggen te situëeren, maar te beminnen. Voor ons, menschen van de twintigste eeuw, is don Quichotte altijd eenigszins belachelijk: hij staat werkelijk buiten