Het vader-huis(1903)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] [Het weze dan...] Het weze dan, dat ik thans weêr uw lief zal wezen, o spiegel die het beeld van míjnen glim-lach draagt; en dat mijn liefde, in schroom naar úwen schijn gerezen, met vroegre woorde' uw liefde in schaamlen eerbied vraagt, - meêlijdend om haar-zelf, zóo als een vooglaar waagt met suizend fluite' een kranken vogel te genezen.... Ik ben gewond; ik heb een wonde, en die nog bloedt, en die ik thans in liefde om úw geluk wou dragen.... - Ik weze uw lief, gij die geduldig zijt, en goed dat gij mijn vreemden waan met eigen waan wilt schragen, - meêlijdend om de vooglaars die 't genezen wagen, met zoet gefluit, van 't vogelken, dat sterven moet. Vorige Volgende