Het vader-huis(1903)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] [Ik zal u niet beminnen...] Ik zal u niet beminnen, gij, die in vreê-gewaad voorbij mijn torve zinnen langs-heen mijn leven gaat. Ik zie uw rústige oogen, en 'k weet hoe góed ge zijt: úw teederheid, gebogen over míjne eenzaamheid. En 'k heb u niets verborgen van blijheid, drift en leed, en hoe uw plegend zorgen me in stilte weenen deed. Maar - 'k zal u niet beminnen, met brandend hart en brein; ik wíl u niet beminnen: ik wil gelúkkig zijn. Vorige Volgende