'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929
(1997)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 231]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OverleveringIn het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag bevinden zich in de Van de Woestijne-collectie 180 brieven, briefkaarten, brieffragmenten en een telegram van Karel van de Woestijne aan de uitgever C.A.J. van Dishoeck (sign. W.803 B.1). Daar bevinden zich ook 6 brieven en briefkaarten die uit naam van Van de Woestijne zijn geschreven door zijn vrouw, Mariette van de Woestijne-van Hende, en 1 briefkaart geschreven door meerdere personen (waaronder Van de Woestijne) aan Van Dishoeck. De brieven maakten oorspronkelijk deel uit van het archief-Van Dishoeck, en zijn begin 1966 aan het Letterkundig Museum overgedragen. Voorzover ons bekend, zijn deze brieven alle overgeleverde brieven van de dichter (of zijn penvoerders) aan Van Dishoeck. Brieven van Van Dishoeck aan Van de Woestijne zijn vrijwel niet bewaard: de vele verhuizingen van Van de Woestijne zullen hier (mede) debet aan zijn. In het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen bevinden zich 4 brieven (waaronder twee kladversies; deze hebben uiteraard een voorlopig karakter) en 1 telegram van Van Dishoeck aan Van de Woestijne (sign. W.803 B.2). Zij zijn ook in deze editie opgenomen. De in totaal 192 brieven bestrijken een periode van ruim zesentwintig jaar: de eerste brief dateert van 18 maart 1903, de laatste van 21 mei 1929, drie maanden voor het overlijden van Van de Woestijne op 24 augustus 1929. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DateringVan de Woestijne heeft zijn brieven veelal niet gedateerd, en enveloppen met plaatsen datumstempels zijn niet overgeleverd. In deze editie geven wij de vermoedelijke datering van alle ongedateerde brieven op één na (brief 192). Bij de datering hebben wij ons gebaseerd op de inhoud van de brieven, op de bestaande biografische Van de Woestijne-literatuur en op verdere gegevens die konden dienen om de brieven hun vermoedelijk juiste plaats binnen de chronologie te geven. Omdat Van de Woestijne zijn briefpapier met voorgedrukt adres ook na een verhuizing nog gebruikte, zijn de briefhoofden niet altijd een betrouwbare aanwijzing bij het dateren. Wanneer grote twijfel bleef bestaan over de juiste datum, hebben wij onze overwegingen in een noot toegelicht. Als plaats van verzending is in de kopregel bij de brief steeds Van de Woestijnes ‘werkelijke’ woonplaats aangenomen. De brieven zijn in deze uitgave in chronologische volgorde geplaatst en doorlo- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pend genummerd. Het nummer staat in de kopregel boven het begin van elke brief. Na het nummer volgen, gecursiveerd en onderstreept, de plaats en de (vermoedelijke) datum van verzending. Indien plaats en datum zijn ontleend aan een poststempel op de betreffende briefkaart, zijn zij tussen teksthaken gezet. De dateringen door Van de Woestijne zelf zijn in de afgedrukte brieftekst uiteraard behouden. Als onze datering van verschillende, ongedateerde brieven dezelfde maand van hetzelfde jaar opleverde, geeft de nummering van de brieven de door ons veronderstelde chronologische volgorde. De brieven die door Mariette van de Woestijne-van Hende uit naam van Van de Woestijne aan Van Dishoeck zijn geschreven, zijn op de chronologisch juiste plaats in de doorlopende nummering in de leestekst opgenomen (brieven 85, 108, 115, 120, 121), evenals de brieven van Van Dishoeck aan Van de Woestijne (brieven 87, 165, 169, 187). Eén brief van Mariette van de Woestijne hebben wij niet kunnen dateren; deze is als brief 192 achterin de editie opgenomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TekstconstitutieVan de Woestijnes brieven vertonen weinig verbeteringen of doorhalingen. Wij hebben dan ook aan zijn schrijfwijze en spelling - evenals aan die van de andere scribenten - vrijwel niets veranderd. Met het corrigeren van voor ons ongebruikelijke spelling zijn wij terughoudend geweest; gehandhaafd zijn bijvoorbeeld ‘zaturdag’ en ‘onmiddelijk’, vormen die overigens in contemporaine correspondenties vaker voorkomen. Eventuele onjuiste naamvalsuitgangen zijn niet verbeterd. Lijstjes of rijtjes in de brieven zijn overgenomen zonder wijzigingen in de interpunctie. De interpunctie is ook verder gehandhaafd, behalve bij vergeten of onjuist geplaatste leestekens (zoals punten aan het einde van een zin, punten voor of juist na een afhaling of een haakje, vergeten of onjuist geplaatste aan- of afhalingstekens en haakjes). Deze zijn stilzwijgend toegevoegd of verplaatst. Abusievelijk aaneen geschreven woorden zijn, wanneer ze niet als samenstelling bedoeld kunnen zijn, stilzwijgend los van elkaar gezet. Voorvoegsels van achternamen zijn eveneens los gezet. Kleine letters aan het begin van een nieuwe zin zijn stilzwijgend in een hoofdletter veranderd. Ongebruikelijke afkortingen in de brieftekst zijn opgelost door het afgekorte woord tussen teksthaken aan te vullen, waarbij de afkortingspunt is weggelaten (behalve als deze samenvalt met de punt aan het einde van een regel). Als door het ontbreken van woorden (door een omissie van de schrijver) geen zinvolle lezing mogelijk was, hebben wij de tekst tussen teksthaken aangevuld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Woorden of letters die door beschadiging van het briefpapier of door het dooreen schrijven van woorden onleesbaar waren geworden, zijn, indien wij zeker meenden te zijn van de verloren gegane tekst, tussen teksthaken aangevuld. Deze aanvullingen zijn niet apart verantwoord. Woorden of delen van een brief die wij niet hebben kunnen ontcijferen (of die ontbreken omdat bijvoorbeeld een deel van de brief verloren is gegaan) zijn aangegeven door drie x-en tussen teksthaken. Doorhalingen zijn niet overgenomen. Als er sprake is van verbeteringen van de schrijver, is de laatste lezing gegeven. Doorhalingen en verbeteringen die een verhelderend licht op inhoudelijke zaken kunnen werpen, worden in een annotatie behandeld. Alle overige ingrepen (behalve de in deze ‘Verantwoording’ categoriaal aangegeven wijzigingen) worden hieronder genoemd. Na het brief- en het regelnummer (de kopregel en witregels zijn niet meegeteld) wordt eerst de verbeterde versie gegeven; na de Duitse komma volgt de oorspronkelijke, foutieve lezing.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In deze editie wordt papiersoort en formaat niet verantwoord, noch of het om een brief of een briefkaart gaat. In enkele gevallen worden bijzonderheden over het gebruikte briefpapier wel vermeld, bijvoorbeeld wanneer Van de Woestijne in de brief het papier waarop hij schreef becommentarieerde. De meest brieven zijn geschreven met pen en inkt; dit is niet verder verantwoord; wel wordt melding gemaakt van getypte brieven en van telegrammen. Van de Woestijne gebruikte zeer uiteenlopende soorten briefpapier: alledaagse en luxe-kwaliteiten, rouwpapier, briefpapier van hotels of van het ministerie waar hij werkte, briefkaarten et cetera. De papiersoort is in deze editie niet apart vermeld. Enkele papiersoorten hebben een voorgedrukt briefhoofd. In de periode januari 1904-april 1905 gebruikte Van de Woestijne veelal briefpapier met de opdruk: ‘Karel van de Woestijne aan’ (brieven 12, 13, 15-20, 22-31, 33-37, 39-47, 49-51, zie afb. p. 47); onder het briefhoofd schreef hij in dat geval aanvullend: ‘den heer C.A.J. van Dishoeck’ of ‘den Weledele heer C.A.J. van Dishoeck’). Dit voorgedrukte papier komt ook later twee keer voor (brieven 61 en 64). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brief 32 is geschreven op postpapier met onder meer de opdruk ‘Firme Vve. Al. Van de Woestyne-Sielbo’ (zie afb. p. 72). In de periode mei 1905-oktober 1906 liet Van de Woestijne briefpapier drukken met het briefhoofd ‘Karel van de Woestijne. Te St-Martens-Laethem aan de Leie, Oost-Vl.’ in rode of blauwe inkt (brieven 52-55, 57-60, 62, 63, 66-78, 84; zie afb. p. 90). Ook dit papier gebruikte hij nog na verhuisd te zijn (brief 86). Briefkaart 105 heeft een - door Van de Woestijne doorgestreept - briefhoofd: ‘Kunstkring “Open Wegen”’. Twee brieven (138 en 164) hebben de opdruk ‘Hôtel des Boulevards/Bruxelles’. Drie brieven (141, 175, 176) dragen het briefhoofd ‘Ministère des Sciences et des Arts, Bruxelles, le ... 191’ (zie afb. p. 149). Van Dishoeck schreef brief 169 op postpapier van de ‘Vereeniging Nederlandsch Comité tot steun van Belgische en andere Slachtoffers/Afdeling Bussum en omstreken’; brief 187 is een voorbedrukte briefkaart van uitgeverij C.A.J. van Dishoeck.
De vorm van de brieven is geüniformeerd. De aanhef en ondertekening zijn telkens respectievelijk linksboven en linksonder de brieftekst geplaatst (bij de ondertekening is ingesprongen), zonder witregels; overige witregels zijn gehandhaafd. De datering is, afhankelijk van de plaats boven of onder de brief, steeds linksboven respectievelijk linksonder de brieftekst geplaatst. Regel- en paginawisselingen zijn niet aangegeven. Bij nieuwe alinea's is ingesprongen, behalve bij de eerste regel na de aanhef en na een witregel. Bij liggende streepjes aan het begin van een regel, waarmee Van de Woestijne een nieuwe alinea aangaf, is ingesprongen zoals bij elke nieuwe alinea, en de streepjes zijn stilzwijgend weggelaten. Door Van de Woestijne in de marge geschreven tekst is tussen de tekst in de brief geplaatst als duidelijk was waar hij de toevoeging bedoelde. In alle andere gevallen is margetekst na een regel wit onder de ondertekening geplaatst; in de annotatie is daarvan een verantwoording gegeven. Door de briefschrijver een- of meermalen onderstreepte woorden en getallen zijn door ons gecursiveerd. Dubbele aanhalingstekens zijn vervangen door enkele aanhalingstekens, behalve binnen een aanhaling: daar zijn het steeds dubbele aanhalingstekens. Het beletselteken is steeds drie puntjes. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In deze uitgave worden de volgende diacritische tekens gebruikt: Nederl[andsche] de afkorting ‘Nederl.’ is door ons aangevuld tot ‘Nederlandsche’
dat we gesproken [hebben] van ‘hebben’ staat niet in de tekst, maar is door ons voor een goed tekstbegrip toegevoegd onleesbaar woord.
[xxx] | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AnnotatiesIn de annotaties worden die personen, zaken en titels toegelicht waarvan we veronderstellen dat ze niet algemeen bekend zijn. De toelichting vind plaats bij de eerste vernoeming in de brieven. Het was ons niet mogelijk alle genoemde personen nader te identificeren. Abonnees van het tijdschrift Vlaanderen die in de brieven worden genoemd, hebben wij niet geprobeerd te identificeren. De periode tussen de eerste plannen voor nieuwe boekuitgaven van Van de Woestijne en de daadwerkelijke verschijning beliep vaak jaren, met als gevolg dat in veel opeenvolgende brieven dezelfde uitgave ter sprake komt. Om niet in herhaling te vervallen, geven wij in het algemeen bij de eerste vernoeming aan in welke uitgave het plan uitmondde; zodra de uitgave een feit is geworden, geven we de definitieve titel en zo mogelijk de verschijningsdatum. In het register zijn alle plaatsen in de editie opgegeven waar werk van Van de Woestijne en anderen wordt genoemd. Boek-, tijdschrift- en dagbladtitels zijn in de toelichtingen steeds gecursiveerd; titels van niet zelfstandig gepubliceerde verhalen, opstellen, gedichten en artikelen zijn tussen enkele aanhalingstekens geplaatst.
In de toelichtingen wordt verwezen naar de vind- of bewaarplaatsen van de daar gebruikte of geciteerde brieven, documenten en andere teksten. De signaturen van brieven en documenten in bibliotheken of andere instellingen worden daarbij niet genoemd; deze zijn via de naam van de geadresseerde of de adressant eenvoudig in het bewaarsysteem van de genoemde instellingen terug te vinden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BijlagenAls Bijlage I is een primaire bibliografie van alle boekuitgaven van Van de Woestijne opgenomen die tijdens zijn leven zijn verschenen, én alle postume uitgaven van Van de Woestijne waarover in de brieven wordt gesproken. Vooral tijdens Van de Woestijnes redactiesecretariaat van het tijdschrift Vlaanderen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maar ook in de andere jaren waarin het tijdschrift verscheen, komen bijdragen aan het tijdschrift veelvuldig ter sprake. Om die reden is een volledig overzicht van de inhoud van alle jaargangen (1903-1907) opgenomen als Bijlage II. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BibliografieIn de bibliografie zijn alle titels opgenomen van de voor deze editie gebruikte secundaire literatuur over Van de Woestijne en anderen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
RegisterIn het register zijn opgenomen de in de inleiding, de brieven, bijlagen en de annotaties voorkomende namen en titels van personen, instellingen e.d., periodieken, reeksen en boekuitgaven, en bovendien van tijdschriftbijdragen op naam van Van de Woestijne, tenzij deze namen of titels deel uit maken van een door de bezorgers gegeven literatuurverwijzing. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DankbetuigingWij bedanken de volgende personen en instanties van wie wij bij de totstandkoming van deze uitgave raad, (financiële) ondersteuning, onderdak of andere hulp hebben gekregen: Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, David Baarspul, Evert Baarspul, Caroline Hoogwegt, Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Letterkundig Museum, M. Somers, Els Stubbe, H.T.M. van Vliet, M.J. van de Woestijne en P. van de Woestijne. |
|