188 Zwijnaarde, 30 oktober 1928
Zwijnaarde, 30 October '28
‘La Frondaie’
Waarde Vriend,
Uw briefkaart van 1 October, op 3 October te Zwijnaarde toegekomen, heeft mij eerst op 8 dezer bereikt: ik was te Brussel, zooals mij thans maar al te dikwijls gebeurt, o.m. ten gevolge van het vertrek van mijn zoon, volgende week, naar Parijs, waar hij door de Universiteit te Gent afgevaardigd is naar de ‘Ecole normale supérieure’: dat brengt heel wat beslommeringen en officiëele formaliteiten meê, die tot gevolg hebben dat ik meer in Brussel dan te Gent ben. Hij is gepromoveerd maxima cum laude en gaat nu een gansch jaar in Frankrijk studeeren.
Daar ik vermoedde dat gij op 8 of 9 van October reeds in België waart, maar niet wist aan welk adres U te schrijven, gaf ik U geen antwoord. Daarenboven was toen al mijn tijd, voor ruim een week, ingenomen door de examina die ik afnemen moest. Neem mij derhalve mijn verzuim niet kwalijk.
Ik vermoed dat gij mij kwaamt spreken over mijn laatsten brief. Laat ik U met dit enkele woordje zeggen dat de voorstellen, die ik daarin deed, de deur open lie-