'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929
(1997)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd172 Brussel, 15 oktober 1918Brussel, 15 October.
Waarde Vriend, Ik heb U in Maart en in April jl. dringend geschreven over voor mij pijnlijke zaken. Ik heb op geen van beide brieven antwoord ontvangen, wat mij van uwentwege te meer bevreemdde dat gij bij zulk antwoord toch ook wel belang hadt. Nu vraag ik mij af of U die brieven hebben bereikt, of ze zelfs van hier uit verzonden zijn geworden. Sommige menschen hadden er belang bij, ons van elkander te scheiden: ik hoop binnenkort gelegenheid te hebben, daar met U over te spreken; schrijven gaat moeilijk.Ga naar voetnoot1 Intusschen wil ik U bij deze mededeelen dat de copy voor de ‘Omzettingen’ klaar is. In de afwachting dat gij ze ontvangt, ik bedoel: dat ik ze u kan laten geworden - buiten censuur om, want met de censuur wil ik niets meer te maken hebben - zoudt gij kunnen beginnen met te laten zetten wat gij hebt, in de volgorde: 1o Het maal der idioten; 2o Dans-studie.Ga naar voetnoot2 Het geheel moet een boekje worden als de ‘Afwijkingen’. Mijn grooten ‘Verzen’-bundel, waar ik nu negen jaar aan vijl, is nu ook zoo goed als klaar. Zoodra ik kan bezorg ik U een eerste deel der copy. Laat ons hopen dat de twee boeken voorjaar-1919 kunnen verschijnen.Ga naar voetnoot3 Van de ‘Bestendige Aanwezigheid’ toonde Toussaint mij een exemplaar.Ga naar voetnoot4 Ik dank U voor de goede verzorging. Maar waarom werd mij geen enkel exemplaar bezorgd? Werd over het boek geschreven? Van diverse zijden hoorde ik dat men het wél mooi | |
[pagina 210]
| |
vindt, maar las er nog niets over. Gij hebt het toch naar kranten en tijdschriften gestuurd? Ik heb U indertijd geschreven over een roman. Die is nu klaar. Wilt gij hem? Gij hebt mij daarover half en half een toezegging gegeven. Nu wilde ik bescheid hebben.Ga naar voetnoot5 Gij zult ook in Den ‘Gids’ Teirlinck's en mijn roman ‘De leemen Torens’ hebben gezien. Dat eerste boek wordt twee deelen. Het tweede boek kan eerst een jaar na den oorlog verschijnen. Wilt gij het werk? (Ik schrijf ook in naam van Teirlinck.) De ‘Wereld-bibliotheek’ wil het wel hebben, en geeft achthonderd gulden voor de tweeduizend eerste exemplaren; maar eischt wijzigingen die wij niet inwilligen kunnen.Ga naar voetnoot6 Over dit alles kreeg ik graag een antwoordje van U. Wees zoo vriendelijk het omgaand te sturen aan Johan de Meester; dan krijg ik het langs den weg die U dit briefje bezorgt.Ga naar voetnoot7 Met vriendelijke groeten Uw genegen Karel van de Woestijne
P.S. Gij schijnt wel gebelgd om de hulp die ik verleende aan eene andere uitgeverszaak.Ga naar voetnoot8 Van nu af aan kan ik u zeggen dat ik daarmede gebroken heb. Laat dit voorloopig entre nous blijven. Ik vertel U wel eens wat daar achter zit. |
|