b) Atmosferische gemeenzaamheid met God
Een andere beteekenis van het Godsbegrip bij Karel van de Woestijne is die van een meestal weinig scherp aangegeven doch uiterst communicatieve atmosferische aanwezigheid van God. God wordt in dit verband louter stemming, doorgaans natuurstemming. Hieruit vloeit een zeer innige gemeenzaamheid, een vooral intieme vereeniging voort van den dichter met de omringende natuur, die dan een symbolische waarde aanneemt voor alles wat met God verband houdt. Deze bijzondere wijze om God te beleven en te genieten hangt natuurlijk samen met het reeds boven behandelde ‘atmosferische’ gevoelen van den dichter.