| |
Bonaparte in Parijs.
Toen den 8sten November de Burger
Cornet
, een der Leden van de Commissie, ter inspectie van de zaal, aan den Raad der Ouden, opening gedaan hadt van de zamenzweeringen tegen denzelven gesmeed wordende, nam dezelve het besluit, gelijk bekend is, het Vertegenwoordigend Ligchaam der beide kamers te verplaatzen na St. Cloud, en besloot, bij die geleegenheid, in zijne wijsheid, het opperbevel van de zeventiende Militaire Divisie, dat is, van het talrijk garnizoen van Parijs, van de Garde van 't Wetgeevend Ligchaam, van de vaste (sedentaire) Garde Nationaale, en de Troepen van Linie, die zich bevinden
| |
| |
in de Gemeente van Parijs, het constitutioneel arrondissement, en in de geheele uitgestrektheid van de zeventiende Militaire Divisie op te draagen aan den Generaal
Bonaparte
.
Geroepen in den Raad der Ouden, om den eed afteleggen, doet hij de navolgende aanspraak:
‘
Burgers Representanten
! de Republiek ging te gronde; gij hebt het geweeten; en uw decreet komt haar te behouden. Wee de zulken, die wenschen zouden desorder en onrust! Ik zal ze in arrest neemen, geholpen van den Generaal
Le Febre
, den Generaal
Berthier
, en alle mijne wapenbroeders.
‘Dat men in 't voorleedene geene voorbeelden zoeke, die uwen loop zouden mogen vertraagen! Niets gelijkt in de Historie na het einde van de agttiende eeuw; niets in 't einde van de agttiende eeuw gelijkt na het tegenswoordig ogenblik.
‘Uwe wijsheid heeft dit Decreet genomen; onze armen zullen weeten het te doen eerbiedigen.
‘Wij willen eene Republiek, gevestigd op de waare Vrijheid, op de burgerlijke Vrijheid, op de Nationaale Vertegenwoordiging, wij zullen ze hebben.... ik zweere het; ik
| |
| |
zweere het in mijn naam, en in dien van mijne wapenbroeders.’
De Raad betuigt hem het volle vertrouwen, dat dezelve in hem stelt. Waarop
Bonaparte
'er bijvoegt: ‘Hij die nimmer aan 't Vaderland ijdele beloften van victoriën deedt, kan niet dan met bereidwilligheid ter uitvoer brengen zijne nieuwe verbindtenissen, om 't zelve te dienen, en aan het zelve getrouw te blijven.’
De Raad der Ouden 's anderen daags op het kasteel van St. Cloud vergadert zijnde, laat
Bonaparte
zich om vier uuren aandienen. Op het zelve ogenblik doet 'er zich eene groote beweeging in de Vergadering zien; de Leden haasten zich om ieder zich te plaatzen.
Bonaparte
komt in, gevolgd van zjne Adjudanten; en 't woord verzogt hebbende, doet hij 'er de navolgende redenvoering:
‘
Vertegenwoordigers des volks
! 't zijn geene alledaagsche omstandigheden waarin gij u bevindt; gij zit op een vulkaan. Vergun mij dat ik uitspreek met de openhartigheid van een Soldaat, met die van een Burger ijvrig voor het welvaaren van zijn land; en schort, ik bidde u, uw oordeel op, tot dat ik geëindigd hebbe te spreeken. - Ik was stil en gerust te Parijs, toen ik ontving het Decreet van den Raad der Ouden, het geen mij sprak van zijne gevaaren, van die van de Republiek.
| |
| |
Op 't ogenblik riep en hervond ik mijne wapenbroeders, en wij kwamen u onzen steun geeven, wij kwamen u bieden den arm der Natie, wijl gij 'er 't hoofd van zijt. Onze inzichten zijn zuiver, belangeloos; en ten loon van de verknogtheid, die wij gisteren getoond hebben, overstelpt men ons met lastertaal. Men spreekt van een nieuwen
Caesar
, van een nieuwen
Cromwell
; men verbreidt, dat ik eene Militaire Regeering daar wil stellen.
Vertegenwoordigers des volks
! zo ik de vrijheid van mijn land had willen onderdrukken, zo ik het hoogste gezag had zoeken te usurpeeren, zoude ik uwe orders niet hebben gehoorzaamd; ik zoude niet nodig gehad hebben dat gezag te ontleenen van den Senaat. Meer dan eens, en in zeer gunstige omstandigheeden, ben ik geroepen geworden, om het in handen te neemen. Na onze zegenpraalen in Italiën, werd ik 'er toe (het oppergezag) geroepen door den wensch der Natie; ik werd 'er toe geroepen door den wensch van mijne kameraads, door den wensch van die Soldaaten, welke thans nog genoodzaakt zijn, om een ijsselijken oorlog te gaan voeren in de Departementen van het westen, die wijsheid en het wederkeeren tot beginzelen bedaard zou hebben, en dien de onbehendigheid of het verraad weder hebben doen ont- | |
| |
vlammen. Ik zweere het u,
Vertegenwoordigers des volks
! het vaderland heeft geen ijveriger verdeediger dan ik; ik offer mij geheel op aan het ter uitvoer brengen van uwe orders; maar het is op u alleen dat deszelfs welzijn rust, want 'er is geen Directoire. Vier der Leden, waaruit het bestondt, hebben hun ontslag ingegeeven, en het vijfde wordt bewaakt voor zijne veiligheid. De gevaaren dringen, het kwaad wordt grooter; de Minister der Police bericht mij, dat in de Vendée verscheiden plaatzen gevallen waren in de handen der Chouans.
Vertegenwoordigers des volks
! de Raad der Ouden is bekleed met eene groote magt, maar hij is bezield met eene nog grootere wijsheid. Pleegt alleen raad met haar in de dringendheid van het gevaar; voorkomt de verwijderingen; wachten wij ons te verliezen die twee zaaken, voor welke wij zo veele opöfferingen gedaan hebben, de Vrijheid, de Gelijkheid.’
Hier werdt hij in de reeden gevallen door
Linclet
, zeggende: ‘en de Constitutie!’
Bonaparte
vervolgde: ‘De Constitutie! gij hebt haar geschonden den 18den Fructidor; gij hebt haar geschonden den 22sten Floreal; gij hebt haar geschonden den 30sten Prairial. De Constitutie! zij wordt ingeroepon door alle de factiën, en zij wordt door alle ge- | |
| |
schonden; zij kan voor ons geen middel van behoud zijn, om dat zij van niemand meer geëerbiedigd wordt.
Vertegenwoordigers des volks
, gij ziet in mij geen armzaligen intriguant, die zich dekt achter een huichelaars masker. Ik heb mijn proef gedaan van verknogtheid aan de Republiek, en alle ontveinzing is mij onnut. De Constitutie, de Rechten des Volks zijn meer dan eens geschonden; en daar het ons niet gebeuren mag aan die Constitutie dien eerbied te geeven, dien zij hebben moest, stellen wij ten minsten haaren grondslag buiten gevaar; behoeden wij de Gelijkheid, de Vrijheid; zoeken wij de middelen, om aan ieder mensch te verzeekeren de vrijheid, die hem toekomt, en die de Constitutie hem niet kon verzeekeren. Ik verklaare u, dat zodra de gevaaren, die mij de buitengewoone magt hebben doen toebetrouwen, voorbij zullen zijn, ik die magt zal nederleggen. Ik wil betreklijk de Magistratuur, die gij gaat benoemen, niet anders zijn, dan de arm, die haar ondersteunen en haar orders zal uitvoeren.’
Wat aangaat de zamenzweering. - ‘Bijaldien (gaat hij voort) ik mij geheel en al moet verklaaren, zo ik de persoonen noemen moet, ik zal ze noemen. Ik zal zeggen, dat de Directeurs,
Barras
en
Moulins
, mij heb- | |
| |
ben voorgeslagen, mij te stellen aan 't hoofd van eene partij, strekkende om ter neêr te smijten alle menschen, die vrije, edelmoedige denkwijzen hebben. - Ik herhaal het u,
Representaneen des volks
, de Constitutie driemaal geschonden, biedt den burgers geen waarborg meer; zij kan de harmonie niet onderhouden, wijl zij geen middel van verband is (diapason); zij kan het Vaderland niet behouden, om dat zij van niemand geëerbiedigd wordt. Ik herhaal het nogmaals, dat men niet geloove, dat ik die taal voere, om mij meester te maaken van het gezag, na den val der geconstituëerde magten. Het gezag! men heeft het mij nog aangeboden, zedert mijn wederkomst in Parijs. Verschillende factiën zijn aan mijn deur komen kloppen; ik heb 'er niet na geluisterd, om dat ik van geene Clubben, om dat ik alleen ben van de groote partij van het Vaderland, Verscheiden Leden van den Raad der Ouden weeten, dat ik ze onderhouden heb over de voorslagen, die gedaan waren; en dat ik het gezag, dat gij mij toebetrouwd hebt, niet aanvaardde dan om de zaak van de Republiek voortestaan. Ik verberg het niet voor u,
Vertegenwoordigers des volks
! bij het aanvaarden van het opperbevel, heb ik alleen gereekend op den Raad der Ouden. Ik heb met gereekend op den Raad der Vijfhonder- | |
| |
den, die verdeeld is; op den Raad der Vijfhonderden, in welken gevonden worden menschen, die ons zouden willen wedergeeven de Conventie, Committé's Revolutionair en Schavotten; op den Raad der Vijfhonderden, waarin de Hoofden van die partij pas zitting genomen hebben; op den Raad der Vijfhonderden, uit welken Emissarissen afgezonden zijn, belast om in Parijs onrustige beweegingen te organiseeren. Dat deeze misdaadige ontwerpen u niet verschrikken,
Vertegenwoordigers des volks
! Omringd van mijne wapenbroeders, zal ik 'er u voor weeten te beschermen; ik roep tot getuigen in uw moed, mijne dappere kameraads; u, in wier oogen men mij zou willen afmaalen als een vijand der vrijheid; u, Grenadiers! wier mutzen ik zie; u, braave soldaaten! wier bajonetten ik ontwaar, die ik zo meenigmaal deed keeren ten schande van den vijand, ter verneedering der koningen, die ik gebruikte om Republieken te stichten. En, zo eenig Redenaar, betaald door den buitenlander, sprak van mij te zetten buiten de wet, dat hij zich in acht neeme, dat hij dit decreet niet neeme tegen zich zelven! Zo hij sprak van mij buiten de wet te stellen, zou ik u inroepen, mijne dappere wapenbroeders, u, dappere soldaaten! die ik zo dikwerf aanvoerde ten ze- | |
| |
genpraal; u, dappere verdeedigers van de Republiek, met welke ik zo veele gevaaren deelde, om 'er de Vrijheid en Gelijkheid van te vestigen; ik zoude, mijne dappere vrienden, mij vertrouwen, op uwen moed en mijn geluk. Ik nodig u,
Vertegenwoordigers des volks
! u te formeeren in een Committé Generaal, en daarin de heilzaame maatregelen te neemen, die het dringen van de gevaaren vorderen. Gij zult altoos mijn arm vinden, om uwe besluiten uittevoeren.
De President. Generaal, de Raad noodigt u, om in zijne volle uitgestrektheid bloot te leggen het complot, waarmede de Republiek bedreigd wordt.
Bonaparte
. Ik heb de eer gehad aan den Raad te zeggen, dat de Constitutie het Vaderland niet kan redden, en dat het nodig was te komen tot eene order van zaaken, waar door men het zelve redden kon uit zijn afgrond. Het eerste gedeelte van 't geen ik u kom te verhaalen, is mij gezegd door de twee leden van het Directoire, die ik u genoemd hebbe, en die niet meer schuldig zouden zijn, dan een groot getal andere Franschen, zo zij niets meer gedaan hadden dan te treeden in de bijzonderheeden van eene zaak, die bekend is bij geheel Vrankrijk. Wijl het een paal boven water is, dat de Constitutie Vrankrijk
| |
| |
niet behouden kan, zo haast u, om middelen te beraamen. om 't zelve te trekken uit het gevaar, zo gij de bloedige en eeuwige verwijten niet wilt hooren van het Fransche Volk, van uwe familiën en van uzelven.’ - -
Bonaparte
aldus zijne Redenvoering geeindigd hebbende, begeeft zich van hier na den Raad der Vijfhonderden, alwaar hij verzekerd was van eene min zagte ontmoetinge. Zoodra hij de raadzaal naaderde, ontstond 'er eene geweldige beweeging in dezelve; alle de oogen wendden zich na den grooten uitgang. - De Generaal treedt binnen, gevolgd van vier Grenadiers; eenige Generaals houden zich aan de deur. Op dat zelve ogenblik schreeuwt een aantal Leden: ‘wa's dat! gewapende luiden in deeze Vergadering!’ Veele Leden vliegen van hunne plaatzen, omringen den Generaal, grijpen hem bij de lurven; een wil hem doorsteeken. Men schreeuwt: buiten de wet! buiten de wet! Op dat ogenblik schiet de Generaal
Le Febre
, en verscheiden Generaals toe, en sleepen
Bonaparte
buiten de zaal. - De Vergadering wordt zo onstuimig, dat
Lucien Bonaparte
, Broeder van den Generaal, den presidiaalen stoel verlaat, en onder de bescherming van Grenadiers de zaal uit raakt.
Bonaparte
in de open lucht gekomen,
| |
| |
verhaalt zijne Grenadiers het dringend gevaar, dat zijn leeven kwam te loopen; hij vraagt hen, of hij op hen staat kon maaken; zij antwoordden allen, uit één mond, Ja. ‘Het Vaderland, hervat de Generaal, is behouden; het is tijd, dat de eerste Grondleggers van de Vrijheid niet meer behandeld worden, als haare vijanden, noch op één kam geschooren worden met hen, die gewapend zijn tegen het Vaderland.’
Ondertusschen groeit de onstuimigheid aan in den Raad der Ouden. - Men hoort het marcheeren der Soldaaten op de trappen, die op de zaal uitloopen. Een corps Grenadiers komt aan de deur, met slaande trommel en geveld geweer. Daar houdt het een oogenblik stil. Een officier van de Cavallerie zegt, met luider stemme: ‘
Burgers vertegenwoordigers
! men kan niet meer instaan voor de veiligheid van den Raad. Ik smeek u heen te gaan.’ Een officier zet zich op de plaats van den President: ‘Representanten! schreeuwt hij uit vollen hals, pakt u weg! de Generaal heeft het bevolen.’ Het gedruis neemt altoos toe. Een officier schreeuwt; ‘Grenadiers! voor uit! Een corps Grenadiers vat post in 't midden van de zaal. De order, om de zaal te doen ontruimen, wordt gegeeven en ter uitvoer gebragt, onder het slaan der trommels.
| |
| |
De Representanten gaan uit, roepende: NB! Vive la Republique!
Des anderen daags, 's avonds om 11 uuren, liet
Bonaparte
de volgende Proclamatie afkondigen.
| |
Proclamatie.
Bij mijn wederkomst in Parijs, heb ik alle de Geconstitueerde Machten onder elkander verdeeld gevonden, de overeenstemming alleen op dit artiekel, dat de Constitutie half vernield was, en de Vrijheid niet behouden kon. Alle partijën zijn bij mij gekomen, hebben mij haare oogmerken toebetrouwd, haare geheimen geöpenbaard, en mij mijne ondersteuning gevraagd. Ik heb geweigerd de man van eene Partij te zijn.
De Raad der Ouden heeft mij geroepen; ik hebbe aan die roepinge geäntwoord. Een plan van algemeene herstelling was ontworpen door lieden, in welke de natie gewoon is de Verdeedigers der Vrijheid, der Gelijkheid en van Eigendom te zien. Dit plan vorderde een bedaard onderzoek, vrij van allen invloed en vrees. Ingevolgen daar van hadt de Raad der Ouden beslooten, de overbrenging van het Wetgeevend Ligchaam na St. Cloud; hij heeft mij belast met de beschikking der magt, nodig
| |
| |
ter bescherming van zijne onafhanglijkheid. Ik meende verplieht te zijn aan mijne Medeburgers, aan de Soldaaten, vergaande van gebrek in de legers, aan de Nationaale glorie, verkreegen ten koste van hun bloed, het bevel aan te neemen.
De beiden Raaden vergaderen te St. Cloud; de Republikeinsche krijgsluî bewaaren de veiligheid van buiten: maar moordenaars verbreiden den schrik van binnen. Verscheiden Leden der Vijfhonderden, gewapend met stiletten en pistoolen, doen rondsom zich zweeven dreigementen van moord. De plans, die ontwikkeld moesten worden, worden ingepalmd, de majoriteit in de war gebragt, de onverschroktste spreekers van 't stuk gebragt, en ieder nuttig voorstel zigtbaarlijk onnut gemaakt.
Ik breng mijn hartzeer en verontwaardiging in den Raad der Ouden; ik bid denzelven te verzeekeren de uitvoering van zijne edelmoedige oogmerken; ik stel denzelven voor de rampen des Vaderlands, die ze hem deeden ontwerpen: hij vereenigt zich op nieuws met mij door eenheid van wil.
Ik vertoon mij bij den Raad der Vijfhonderden, alleen, zonder wapenen; met ontdekten hoofde, zo als de Ouden mij ontvangen en toegejuicht hadden; ik kwam aan de meerderheid zijn begeeren herinneren, en haar zeker
| |
| |
doen zijn van haare macht. De stiletten, die de Leden bedreigden, werden opgeheeven tegen hun verlosser. Twintig moordenaars storten op mij neêr en zoeken mijn borst. De Grenadiers, welke ik aan de deur van de zaal gelaaten had, schieten toe, zetten zich tusschen mij en de moordenaars. Een van die braave Grenadiers wordt getroffen door een steek van 't stilet, die door zijne klederen gaat. Zij sleepen mij weg. Op 't zelve oogenblik doet het geschreeuw: buiten de wet! zich hooren, tegen den Verdeediger van de wet. 't Was het woeste geschreeuw der moordenaars tegen de magt, bestemd om ze in teugel te houden. Zij omringen den President, met dreigementen in den mond, de wapenen in de hand; zij sommeeren hem het buiten de wet uittespreeken. Men komt mij waarschouwen; ik beveel hem te ontrukken aan hunne woede; en zes Grenadiers maaken zich meester van hem. Daarna treden de Grenadiers de zaal in...... en doen ze ruimen. De oproerigen verslaagen, verspreiden en verwijderen zich. De meerderheid, onttrokken aan hunne slagen, komt vrij en gerust in de Vergaderzaal te rug, hoort de voorslagen, die haar voor 't gemeene welzijn gedaan moesten worden; delibereert en maakt de heizaame resolutie vaardig, die de
| |
| |
nieuwe en provisioneele wet van de Republiek zijn moet.
Franschen
, zonder twijfel zult gij aan deeze trekken herkennen den ijver van een Soldaat der Vrijheid; van een Burger, verknogt aan de Republiek. De behoedende, de beschermende, de vrije denkwijzen zijn wedergekeerd in haare rechten, door de verstroijing der partijzuchtigen, die de Raaden onderdrukten, en die schoon geworden zijnde de hatelijkste der menschen, niet nalieten 'er de verächtelijkste van te zijn. Basta!
| |
Besluit.
De alzo medegedeelde Gallicana zijn bekend aan ieder, die deel neemt in de waereldsche gebeurtenissen, en zelfs aan die 'er geen deel in neemen. Wij zijn 'er oneindig verre af, van ons de airs te geeven, als of wij wat nieuws opdischten. Wij zeggen alleen, wij houden 't met hand en tand vast tegen allen, die van ons verschillen, wij zouden 'er des noods een eed op doen, dat 't geen aan deeze Gallicana ontbreekt in nieuwheid, dubbel vergoed werdt door de merkwaardigheid. 'Er zijn dingen, die men van wegens hunne belangrijkheid tienmaal leezen mag. - Zeker was dit voor ons het geval niet, zo Vrankrijk
| |
| |
lag midden in den vreedzaamen oceaan. Neen! Nu maaken wij een draadje uit van al dit spinrag; en dat draadje heeft eene groote medegevoeligheid met de schokken van het groote spinrag - - -
Wij hebben deeze daadzaaken moedernaakt verhaalt, zonder eenig inmengzel van aanmerkingen: iets dat ons geene geringe moeite kostte: eene onthouding die voorgeschreeven werdt, en door de voorzichtigheid, en door de gemaklijkheid, die 'er voor ieder denkend Leezer is, zelve aanmerkingen te maaken.
| |
Toekruid.
't Is even weinig belachlijk luidruftig, ja zelfs met eene hooge borst, voor den dag te komen met de domste opiniën, met de handtastelijkste dwaalingen, met zotternijën van allerlei zoort, wanneer deeze kramerijen in de mode, of, om mij te bedienen van eene uitdrukkinge in de mode, aan de order van den dag zijn, als het weinig belachlijk is te loopen met een zotskap midden in het Gekhuis. Integendeel een ordentlijke hoed zou 'er mal staan. Foei! weg met die singulariteit! men moet de aangenomen gevoelens respecteeren. En hoe de waarheid, 'k meen de verbreiding der waarheid, daarbij wint!
|
|