eerbied voor hun, aan wien wij, naast God, het leven verschuldigd zijn, en die voor onze tedere kindschheid zorgden; doch, die tucht moet geene wreedheid zijn; Kinders zijn geene Slaaven; zoo draa Ouders zich als wrekers en wreedäarts gedraagen, verliezen zij al het recht, dat de wet der natuur hen op onze liefde en gehoorzaamheid gaf; en de misslagen der Kinderen zullen, door den Richter der waereld, van hun geeischt worden! mogten alle Ouders zich deezer waarheid toch herrinneren!
Het zal den Schrijver een waar genoegen zijn, als zijne poging om het menschdom, door deeze Brieven, te verplichten, gelukt is; hij wenscht hartelijk, dat zij mede mogen werken, om iet ter beschaving der zeden aan