Stichtelijcke bedenckinge, onledige ledigheyt, stichtelijcke tijt-kortinge
(1649)–Claes Jacobsz Wits– Auteursrechtvrij
[pagina 64]
| |
Stem: Cupid' onlanghs gele'en, &c.1. Mijn Ziel nu vrolijck singht,
Mijn Gheest van vreucht op-springht,
Ick heb stof, Mijn Vrients lof Uyt te queelen,
Daer my de liefd' toe dwinght.
Mijn Vrient die geeft my moedt,
En spreeckt, u stem is soet
U gestalt, My bevalt
Nu seer schoone, Reyn, onbevleckt en soet.
2. Hy roept verlieft dus uyt
Ghy neemt mijn hert, o ! Bruyt, Ga naar voetnoot+
Dat door 't licht, En gesicht, Van u ooghen,
En u Hals-kettingh spruyt.
Hy kust ( als Trouws-Verbondt)
My met sijn reyne Mondt, Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 65]
| |
Haelt my in, Als Vriendin, Met verlanghen,
Spijt Duyvel, Doodt en Sondt.
3. Eertijdts was ick verdwaelt, Ga naar voetnoot+
In Satans net ghedaelt:
Och ! mijn sond', My daer bond' Vast ghevangen:
't Randtsoen heeft hy betaelt. Ga naar voetnoot+
Hy droegh in droeven schijn
Mijn wel-verdiende pijn,
Onverdient Heeft mijn Vrient, Straf gheleden,
Om dat ick vry soud' zijn.
4. Ick ben heel vry ghestelt
Uyt Satans wreed' ghewelt, Ga naar voetnoot+
Dus ick bly, Uyt-roep vry, Abba Vader,
Lof Vreden-Vorst, en Helt.
Hy is mijn Hooft alleen,
Ick ben sijn vleesch en been:
Hy is mijn, Ick ben sijn Uytverkooren: Ga naar voetnoot+
Sijn Rijck is my ghemeen.
5. HOe is mijn Ziel dus bly ? Ga naar voetnoot+
Ach ! ick ben weder vry,
Ick en sal Voor den val Niet meer vreesen,
Godts Sone blijft my by: Ga naar voetnoot+
In 't soet, en oock in 't suyr,
In water, en in vuyr Ga naar voetnoot+
Geenen noodt Is soo groot Datse scheyde
De gunst van mijn partuyr. Ga naar voetnoot+
6. Een Trouw-Ringh van sijn handt
Heeft my aen hem verpandt:
Een wit Kleedt Is gereedt My te cieren Ga naar voetnoot+
In 't eeuwigh Vaderlandt.
Een blinckende cieraet,
Een vreuchden-rijck ghewaet Ga naar voetnoot+
Met een Kroon, Geeft Gods Soon Uyt ghenaden,
En vreuchden sonder maet.
7. Mijn Ziel, wilt roepen uyt
U Vreuchden-rijck gheluyt,
| |
[pagina 66]
| |
Prijst den Heer, Die in eer, Heeft verkooren
U voor sijn waerde Bruyt. Ga naar voetnoot+
Ick ben van liefde kranck,
Den tijdt valt my hier lanck,
Och ! wanneer, Sal ick, Heer, Te recht smaken
Volmaeckte Hemels-dranck ? Ga naar voetnoot+
8. Ick voel in mijn ghemoet
Een proefjen van dit soet,
Dies ick tracht, Met aendacht, Om te scheyden
Van 't ydel vleesch, en bloet. Ga naar voetnoot+
Komt, komt, ghewenste tijdt,
Vol-endight hier mijn strijdt. Ga naar voetnoot+
Komt, o ! dach, Dat ick mach, Hier verhuysen,
Om eeuwigh zyn verblijdt.
|