Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Den Haag] |
Datum: onbekend |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Batjanstr. 5
Beste Wim, daareven verzond ik van de factory aan de Veenestraat je koffer franco aangeteekend. Vandaag heb ik 't bruine pak aan gehad en 't is me zeer bevallen. Ik ben er bijzonder mooi mee aangespannen. Toen ik uit de slaapkamer kwam, viel Jans omver en Marie die elken avond een pak gereed maakt en als ik 't dan aan heb op de punt van een stoel naar me zit te kijken en dan met telkens verschillende intonaties - en onderwijl, dat ze rauwe gedroogde pruimen eet (een specialiteit tegenwoordig
[1:2]
van haar) - ‘netjes‘, ‘'t staat je netjes’ zegt, heeft den heelen dag vandaag niet anders me aangesproken dan met ‘Lord’ en ‘Excellentie’, terwijl ze voortdurend angstig is, dat ik morsen zal.
't Ruiten pak zit in den koffer. Er zitten ook motgaatjes in een der pijpen, naar het beneden eind.
Morgen avond het blauwe pak, dat naar de stomerij gaat.
Nogeens zeer bedankt. Schiet je op met 't werk en gaat 't portret goed? Tot mijn genoegen zag ik dat de exp. van George ook in den Haag
[1:3]
komt.
t.t.
Jan
De groeten van M.