Charles Marius van Deventer aan Willem Witsen
| Plaats: [Amsterdam] |
| Datum: 20 december 1922 |
| Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Valeriusstraat 58bov. 20-12-22
Beste Wim,
Hein bracht me je verzoek over, en ik ben zeer verheugd, dat je de opgewektheid hebt om bezoek te ontvangen. Maar, waarde vriend, het is beter dat ik nog wat wacht. Ik ben nog altijd verkouden, en al ga ik weer uit, en zelfs over een paar dagen de stad uit, ik ben slecht gezelschap voor een patient, te meer nog, wijl
[1:2]
mijn doofheid extra-sterk is, en ik met mijn verkouden neus vlak bij je zou moeten komen om iets van je te verstaan. Laat ik dus wachten tot ik terug ben van de reis; dan ben jij ook wat aangesterkt en behoef je je niet zoo in te spannen.
Tot ziens dus in het nieuwe jaar.
Met hartelijken groet, ook aan je vrouw
je oude vriend
Chap
[1:3]
Ik schreef een paar maal aan Jakob, maar kreeg geen antwoord.
Auteursrechtvrij