Onny van Spengler aan Willem Witsen
Plaats: Bad Nauheim |
Datum: [voorjaar 1922] |
Verblijfplaats: KB 79 E 42 |
[1:1]
Hotel Metropole
Bad Nauheim.
Zeer geachte Heer Witsen,
Den laatsten tijd denk ik zoo dikwijls terug aan de prettige uurtjes, die ik bij U poseerde. Ik word hier op 't oogenblik geboetseerd en denk dan telkens terug aan de ochtenden in Uw atelier! Hoe gaat het met Marie en U zelf?
Wij zijn nu in Nauheim. Hadden vanaf Januarie veel ziekte en griep-narigheid en last not least werd ik in Baden Baden overvallen door zoo'n hevige galsteen
[1:2]
aanval, dat de doktoren een operatie binnen 10 dagen noodzakelijk achtten. 't Was een erg gedoe; mijn ouders kwamen over want 't was heel ernstig. Maar nu is alles prachtig en leef ik dood-gelukkig zonder mijn versleten galblaas. 't Was op 't allerlaatste nippertje. Eèn aanval meer en 't zou hopeloos zijn geweest. Nu hebben ze met hun zessen 3 uur aan me staan snijden! En achteraf werd ik een reclame voor den dokter. Heel interessant, maar blij dat 't voorbij is! Wij blijven nog wat hier, gaan dan naar Oberhof en hoop ik vòòr 't huwelijk van Dolphine + René terug te zijn. Gek idee dat Dolphine een nichtje
[1:3]
van U wordt. Zijn ze al eens bij hun a.s. Oom en Tante geweest? Als Dalphine ‘Wim’ gaat zeggen, word ik jaloersch en doe ik 't ook.
We troffen hier een vriendin van L. van 23 jaar geleden uit Berlijn. Een beeldhouwster. Vandaar al mijn poseeren. En dan is hier de vrouw en dochter van Willem Maris. Kent U ze?
Laat eens hooren hoe 't U gaat en wat voor zomer plannen U heeft. We denken dikwijls aan U.
Heel veel liefs ook aan Marie van ons beiden,
Uwe
Onny v. Spengler.