Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Den Haag] |
Datum: 27 mei 1918 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
27/5/18
B.W., Dezer dagen ben ik bij Isaac geweest die mij alleraardigst ontving en te koffiedrinken hield. Het kost altijd veel moeite een afspraak met hem te krijgen, vermoedelijk omdat hij zoo bezet is, maar af en toe betrap ik er mij op, dat ik wel eens een spelletje schaak met hem zou willen spelen!
Hij suggereerde, dat wat de kosten van Amsterdam betreft, ik altijd maar zeggen moet wat 't kost, na aftrek van wat wij er voor missen kunnen. De rest neemt hij. Alleraardigst joviaal!
[1:2]
Al ligt 't natuurlijk voor de hand, dat ik zelf 't uiterste zal doen wat ik kan, om welke reden ik voor 't eerst van mijn leven verlangend ben te weten, wat mijn gereviseerd traktement zal zijn. Maar beste Wim, schrijf nu toch eens hoe 't met Colijn is afgeloopen. Ik ben er zoo verlangend naar mijn geval te overzien!
Wim is vlijtig aan 't werk in de perspectief en projectie. Verder heeft hij zijn stilleven af of bijna af. Hij zegt, als hij niet slaagt, wil hij niet in 4e kl. van deze academie. Dan nog liever naar een H.B.S. Hij wil absoluut van voren af aan aan 't pleister. Jan heeft voor zijn artikel 16 gl. gekregen. Hij is den keizer te rijk.