Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen en Augusta Maria Witsen-Schorr
Plaats: [Den Haag] |
Datum: [30 december 1917] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
v. Blankenburgstr 13a
Beste Marie en Wim,
Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag, Marie, ook van Marie en de jongens en het beste beiden in 't nieuwe jaar. Wel lang heb ik niets van jullie gehoord, het schijnt mij maanden toe. Van overkomen komt niet, ik geloof dat ik 's avonds ook niet zou terug kunnen. Veel tijd om aan iets te denken, heb ik trouwens niet. Het is een afgrijzelijke tijd. Daarbij komt dan nog 't seizoen: eeuwige kou en duisternis. Ik ben wel overtuigd dat 't met de hand steeds beter gaat, maar ik zou wel graag eens een briefje ontvangen hoe 't je gaat, Wim. Van Izak merk ik niets meer. Ik ben er nog een paar keer geweest, eens met succes en wel uitstekend succes. We hebben toen een paar uur met Mevrouw De Vries gezellig zitten praten. Hij is toen op den misschien minder gelukkigen inval gekomen, me te inviteeren voor de Comedie met z'n tweeën. We zouden ‘in rok’ gaan zien. Waarom juist ‘in rok’, weet ik niet. Maar ‘in rok’ komt niet. Ik heb zoo'n
[1:2]
idee, dat 't de reden is, waardoor ik een nieuw bezoek tot dusver heb nagelaten.
Zoover de omstandigheden 't toelaten, maken we 't wel. Ik vind er anders niet veel meer aan, aan 't ondermaansche, hard en moeilijk werk, kou lijden, eentonig eten; Marie houdt zich vrij goed, behoudens kleine gebreken.
Den jongens gaat 't wel. Jan is danig bezig; ik hoop in de lijn van zijn studie, want hij leert altijd maar in zijn vak naar zijn eigen inzichten. Maar loopt alle colleges en doet aan alle practicums. Ik denk dat hij zijn dictaten wel machtig is. Overzien kan ik 't natuurlijk niet en hij is te veel fantast om 't zelf precies te weten. Hij amuseert zich met alles dol en leeft van de eene wetenschappelijke verrukking in de andere.
Wim is steeds bezig - al zien we er veel minder van dan vroeger, omdat 't veel langer duurt, wat hij op de academie doet, dan vroeger daarbuiten
[1:3]
en omdat hij elken dag 9 - 12, 1½ - 4, 7 - 9½ op school is (behalve Zaterdagavond en morgen). Ik ben buiten zijn weten verleden er eens heen geweest. Ik had 't liefst Jansen willen spreken, maar kreeg den directeur alleen. Ik had 'm vooruit verzocht om een onderhoud. Zoo had hij gelegenheid gehad alle leeraars te spreken. Hij zei, ze waren allen zeer over hem tevreden. Zijn cijfers op 't Kerstrapport zijn:
[begin inspring]
Teekenen en schilderen naar levend model |
6 |
Schilderen naar stilleven |
8 |
Etsen |
8 |
Pleister |
8 |
Anatomie |
6 |
(10 is 't hoogste).
[einde inspring]
Hij is zeer op zijn gemak met de leeraren. Grondhout (Etsen), Smout (boetseeren), Rijksen (anatomie), v. Horssen (Stilleven schilderen) zijn zijn beste vrinden. Jansen schijnt een hooge pacha te zijn, die zich niet zoo
[1:4]
met de jongens inlaat. Van boetseeren houdt hij bijzonder veel.
Het schaatsenrijden is mislukt, behoudens één dag. Jan zou net beginnen 't na jaren weer op te vatten onder toezicht van Wim. Maar 's avonds zei hij mij: Wat ben ik begonnen, ik wou dat 't morgen dooide. En 't dooide!
Nu beste Wim, nu spoedig even over de hand schrijven.
De groeten voor beiden van allen.
je
Jan