Willem Witsen aan Eduard Karsen
Plaats: Den Haag |
Datum: 3 oktober 1917 |
Verblijfplaats: RKD, Karsenarchief, inv.nr. 1 |
[1:1]
Gemeente Ziekenhuis
den Haag 3 Oct. 1917
Beste Karsen,
Hartelijk dank voor je schrijven; 'k heb dikwijls aan je gedacht door de goede zorgen die je indertijd aan mij besteedde toen 'k dat ongeval had gehad met dien duim. 't Is dezelfde hand nù, maar dit accident is van 'n heel ander karakter. Ik begrijp zelf niet dat 'k niet dood ben gevallen en toen 'k hier heen getransporteerd werd dacht 'k dat er niets meer aan me heel was. Gelukkig bleek, door de Röntgen stralen, dat er verder niets gebroken was behalve de pols, en dat de hevige pijnen
[1:2]
die 'k overal voelde, veroorzaakt werden door kneuzingen en 'n bloed uitstorting in 't gewricht van den grooten draaier, waardoor 'k 't linker been absoluut niet meer kon bewegen. Dat is morgen nu 6 weken en nu begin 'k weer te loopen maar niet zonder hulp. Ik ben erg invalide en kan met de hand nog niets doen. Morgen ga 'k dit huis verlaten en neem mijn intrek weer bij Isaac Israëls, maar blijf onder behandeling in de Zander inrichting om hand en been verder te oefenen.
Wel verlang 'k erg aan huis en als 'k kàn,
[1:3]
komen wij tegen de helft van de maand weer thuis. Intusschen is er mogelijkheid dat ik hier 'n portret te schilderen krijg en dat mag 'k niet voorbij laten gaan omdat dat ziekenhuis en de doktoren mij zooveel geld kosten! Ik weet echter niets definitief en schreef daarom nog niets aan Reicher. Ik zou niet graag de najaarstentoonstelling verzuimen maar een en ander maakt dat ik vooralsnog geen besluit kan nemen.
Cel spelen zal wel heelemaal gedaan zijn, al komt de hand terecht! Nu, daar verliest niemand iets aan behalve ik zelf. - Die avondjes met Willy Rutgers zijn voor mij dikwijls, zij 't dan niet altijd, 'n genot geweest, en soms kan 'k er vreeselijk naar verlangen.
Ik hoop je gauw weer in A'dam te zien!
Hartelijk gegroet, ook van Marie
steeds gaarne je vriend
Witsen