Onny van Spengler aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: [21 maart 1917] |
Verblijfplaats: KB 79 E 42 |
[1:1]
Lieve Meneer Witsen, Vanmorgen kreeg ik Uw brief. Ik wist wel dat het vreeselijk voor U is iets niet af te kunnen maken en ik begrijp dat U 't niet kunt begrijpen en me zoo ondankbaar moet vinden. Volgende week heb ik een week vacantie. 't Liefste zou ik hier blijven en dien tijd er aan geven, maar dat is onmogelijk. Ik zou U zóó graag helpen dat U 't wel kunt exposeeren en er iets goeds van maken. 't Moet zoo ellendig
[1:2]
voor U zijn. U schrijft nog 2×. Is dat zoo? Vraagt U dan ronduit aan Juffr. Batavier om me 2 heele dagen ‘verlof’ te geven a.s. Maandag en Dinsdag (als U wilt en kunt). Maar U moet het buiten me om vragen want ik begon er vanmorgen over en toen ging ze er niet op in zeggende dat het toch wel niet bij 2 dagen zou blijven. Als U 't zelf ronduit vraagt geloof ik niet dat ze er dezen Maandag en Dinsdag bezwaar tegen kan hebben. En dan den
[2:3]
heelen dag. Het is tot 6 uur licht. Of laat Marie het haar vragen als U 't zelf vervelend vindt. Ik zou U zoo dolgraag helpen. Heusch niet alleen om L. het goede portret te bezorgen maar om U iets af te laten maken. Ik begrijp 't volkomen, denk niet dat2 het willekeur was, dat2 ik
[2:4]
een eind maakte aan 't poseeren. Ik vond het zelf aan de ééne kant ellendig. Maar zoo zie ik er een gat in. Ik bedacht direct na 't lezen van Uw brief om te vragen of U me Maandag en Dinsdag kondt hebben, maar ik dorst het niet proponeeren aan Juffr. Batavier. Haar adres is Valeriusstraat 83. In ieder geval komt U Zondag.
Veel liefs aan Marie ook van L.
Uwe
Onny.