Elizabeth Boddaert aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 11 maart 1917 |
Verblijfplaats: KB 79 E 42 |
[1:1]
11 Maart 1917.
Zeer geachte Heer Witsen,
Van morgen in alle vroegte zijn Onny en ik naar beneden geglipt (onze dienstbode was naar de kerk) om het portret te zien. Het is prachtig! en het doet zóó mooi in mijn kamer, als wachtte die daarop. Ik kan U niet zeggen hoe blij ik ben en telkens denk ik: wat is er ook weer voor prettigs? en dan daagt het in mij: o ja het portret.
[1:2]
Hoe kan ik U genoeg danken, en hoe hebben wij U gehinderd! Toch, met mijn leeken verstand, geloof ik, dat het mooi is geworden en het een Kunstwerk van Groote waarde is. Ik weet best, dat mijn oordeel geen waarde heeft, maar kan ik niet intuïtief begrijpen, dat het mooi is? In elk geval zal ik er altijd blij mee zijn en U dankbaar! Mij zat altijd mijn eigen portret dwars en nu is dit een heerlijke oplossing.
[1:3]
Het is voor mij ook een souvenir aan den poseer tijd en ik herinner mij graag het allereerste zitten op den Overtoom met An.
Onny is ook verrukt en zoo lief vind ik het, dat U het hebt afgeschilderd, zoodat ik het heden, 11 Maart, in mijn bezit heb. Voor mij is deze datum van beteekenis. Ik dank U voor Uw goede wenschen. Mijn werk is heerlijk en ik hoop nog tal van jaren mij
[1:4]
te mógen geven aan al die ongelukkigen!
In gedachte nogmaals dank!
Veel liefs aan Marie
Elizabeth Boddaert
de rozen zijn schitterend!