J.F. van Royen aan Willem Witsen
Plaats: Den Haag |
Datum: 3 september 1915 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
's Gravenhage, 3 Sept. 1915.
43 Van Boetzelaerlaan,
Beste Mijnheer Witsen,
Eindelijk hebben wij weer de gelegenheid U met woorden te benaderen en vóór alles zij er een hartelijk en dankbaar ‘Welkom’ aan U beiden gebracht nu U weer veilig bent beland. Het spijt mij zoo, dat ik U gisteren ben misgeloopen. Ik had al mijn lagen gelegd en werd dan ook in den nacht getelefoneerd
[1:2]
dat de Rotterdam voor de Waterweg ten anker lag en waarschijnlijk om ½ 6 zou opstoomen. Toen nog eens, dat het schip om 9 uur voor Rotterdam zou zijn. Ik richtte me er toen op in om te zeven uur op te staan voor de trein, maar helaas, toen ik m'n slaap (wel een van onschuld!) kwijt was,
[1:3]
was het 8 uur en te laat om nog tijdig te Rotterdam te zijn. Ik heb toen nog geprobeerd aan het station hier U te vinden, maar met m'n bureau kon ik maar aan één trein zijn (om half elf) en daarin was U niet. Na al deze pech, hopen we nu maar dat U spoedig in den Haag komt en een heele tijd voor ons open houdt.
[1:4]
Mocht het zijn, dat bij Mevr. Arntzenius niet plaats voor U beiden was, dan hopen we zeer, dat een van U van onze logeerkamer (waar U schilderde) zal willen gebruik maken. Wat er, vergeleken bij Amerikaansch comfort, aan ontbreekt, daarvoor moge U dan onze van harte gemeende bedoelingen voor lief nemen.
Zoo hopende U spoedig in welstand te zien, met hartelijke groeten en handdruk
geheel de Uwe
VanRoyen