Richard Nicolaüs Roland Holst aan Willem Witsen
Plaats: Laren |
Datum: 4 augustus 1914 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Laren (Gooi)
4 Augs. '14
Waarde Witsen,
Wel bedankt voor je vriendelijk antwoord.
Een protest van jou in het Bestuur of in de vergadering der stemgerechtigde leden tegen deze publicatie van Dake, waarmede hij 't geheim der vergadering heeft geschonden, acht ik de beste satisfactie die ik kan wenschen.
Ik zelf ga er niet over schrijven, en dat in de eerste plaats omdat ik 't sterkste argument toch niet wil uitspelen, en zelfs niet in eenige publicatie zou willen wijzen op de genoegdoening die Arti mij gaf, waar ik dadelijk heb gezegd dat 't mij niet om een publieke genoegdoening te doen is; en ik dus in de eerste plaats gebonden ben tegenover het
[1:2]
publiek daarover te schrijven.
En dan...... wie kan nog aan andere dingen denken dan waarvoor wij thans staan, wat dreigt en nadert, en misschien reeds vlak bij is.
De tijden die komen zullen zóó zwaar zijn, dat wij ieder voor ons wel al onze kracht noodig zullen hebben om te doen wat wij doen moeten en na te laten wat wij niet mogen doen.
Groote goden wat een ondergang dreigt er voor wat ons 't dierbaarst is.
Om nog even op 't incident Arti terug te komen, ik schreef en zei 't Toon ook reeds, hoezeer ik 't betreur, dit misverstand, het heeft mij in zoover verrijkt dat ik hartelijk dankbaar ben voor alles wat Toon en jij in deze gedaan hebt.
't Beste met je.... en met ons allen.
Je vrind
RN. Roland Holst