Willem Witsen aan J.H.E. Arntzenius-Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 9 december 1911 |
Verblijfplaats: KB 79 E 42 |
[1:1]
v.h. 9 December 1911
Lieve Cobi,
Ik heb je al geschreven dat 't niets lastig is als je hier komt, en kunt medebrengen wie je wilt, integendeel vinden wij 't heerlijk als je komt, maar niet als je niet eens wilt blijven eten. Die paar borden meer weg wasschen is toch waarlijk geen last! Ik merk trouwens uit je heele briefje dat je je verkeerde voorstellingen maakt van onzen toestand, 't is alles tegenwoordig zóó veel prettiger en rustiger dat we beiden van harte hopen dat er nooit meer een verandering in komt. We zijn zoo vrij als vogeltjes, staan laàt op als 't den vorigen avond laat is geworden, vroeg als we er zin in hebben en alles is veel beter wat je zelf klaar maakt; 't ontbijt is beter, 't bed wordt beter opgemaakt alles ziet er frisscher uit. We hebben ook een groot gemak aan Gerrit, mijn schipper, die al 't groffe
[1:2]
werk veel beter doet dan 'n meid. Als ik hoofdpijn heb, staat M. op om den bakker en den melkboer open te doen. Omgekeerd, als M. te laat naar bed is gegaan, doe ik 't.
Die kiespijn kwam voort uit een holle kies die a.s. Dinsdag geplombeerd wordt. Van daag kon 't nog niet. De hoofdpijn doordat wij veelal iemand 's av. hebben en 'k dan te lang schaak. Zoo was Donderdag avond hier Hofker (die in 't atelier geslapen heeft) en Nieuwenhuis - twee plakkers die van geen tijd weten. We gingen toen om 2 uur naar bed. M. zit dan den heelen avond in 'n rook om te snijden en gaat veel te laat slapen. Ze kan er niet tegen en is toch weer vroeg bij de hand en heeft doorgaans niets dan last en moeite van die dingen. Toch is ze nooit humeurig of zelfs ontevreden. 't Is mìjn schuld dat 'k die menschen vraag en 't zoo laat laat worden
[1:3]
en dat is dan ook 't eenige waar nog verandering in moet komen.
Als dat gebeurt, en dat mòet, dan is 't voor mìj 't vroegere opstaan veel gezonder en beter, ook voor mijn werk. Ik heb in 10 dagen niet kunnen werken en dat hindert me erg, maar de oorzaak is niet dat we geen meid meer hebben maar alleen door lichamelijke kwalen; de kiespijn is nu weg en de hoofdpijn zal wegblijven als 'k vroeg naar bed kan gaan. Maar 'k ben 'n onverbeterlijke nachtpit - als je dikwijls iemand hebt, zooals wij (bijna iederen avond) wordt 't gauw gewoonte. En ik doe die dingen nog voor mijn plezier maar M. vindt 't vreeselijk en zit dan maar te verstellen, terwijl zij er veel meer onder lijdt dan ik. We zullen er nu verandering in brengen. Morgen ga 'k weer aan 't werk - late avonden zal 'k zoo veel mogelijk vermijden. En dan zal
[1:4]
de toestand ideaal zijn! Dan ga 'k ook weer geregeld naar de schuit en alles loopt van zelf! Laat 't dus nooit voor jou 'n reden zijn om niet te komen of niet te blijven eten. 't Is zóó gemakkelijk, van den kok; alleen zijn er eenige borden te wasschen en dat vind Marietje niets, en dat is ook niets erg. Gisteren kregen we bezoek van Gerard v. N. en zijn oudste dochter. 't Is 'n lief schepseltje met 'n heel melancholiek gezichtje - 't huilen staat haar nader, hoewel ze heel veel lacht. Ze blijft bij haar ouders tot na den Kerstmis. Ik ben erg blij dat ze weer met open armen ontvangen is; ze heeft veel verdriet gehad. Heb je M.'s briefje nog gekregen? Zoodra 'k door 't werk ben komen we graag eens in den Haag. De eerste maanden zal 't niet zijn maar daarom zouden we 't juist zoo prettig vinden als je hier kwam met C. of desnoods met 'n ander. Natuurlijk liever Cobaatje, dat spreekt toch van zelf. We hadden n prettige St. Nic., bij Kraane; heel gezellig en hartelijk.
Vele hart. gr. van ons beiden,
je
Wim