Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Den Haag] |
Datum: [december 1910] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Kanaal 60.
Beste Wim,
Het was juist op St. Niklaas dat ik het goede nieuws van je vernam, dat je met een nieuw procédé bezig waart, dat je een aak bezit en dat je niet meer geregeld Whiskeyt en Sherryt. Dat je niet meer rookt is een bijzondere parforce-toer
[1:2]
en dat je tot den afstand van dat pleizier je genoodzaakt acht, vind ik wel om een beetje je te beklagen, want rooken is wel dat, waar buiten een mensch even moeilijk buiten kan als buiten eten. Eén ding is gelukkig: dat je er de sigaretten-rookerij door kwijt geraakt bent.
Wat zal je door al dien afstand nu een
[1:3]
rijkaard worden en solitair, tegenover de buitenwereld. Dat is zoo kwaad niet. Als ik niets maatschappelijks om handen had, ging ik dagelijks op sloffen naar den sigarenwinkel, een enkelen keer eens naar de bibliotheek, en daarmede uit. Het meeste van wat men omhaalt brengt op den duur maar moeite
[1:4]
en last.
In de Kerstvacantie van de jongens kom ik nu een dagje als 't jullie schikt.
De hartelijke groeten ook aan M. en van M.
je
Jan
P.S. Eigenlijk, als ik niets om handen had, zou ik wel een afspraakje met je maken om je bootsman te worden en je door de stad te boomen. Dat zou ik wel zeer pleizierig vinden. En jij ook, denk ik.