Willem Bastiaan Tholen aan Willem Witsen
Plaats: Den Haag |
Datum: 14 december 1909 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
den Haag 14 Dec. - 09
Beste Willem,
Ik weet niet wat ik je schrijven moet nà alles dat je ons de laatste tijd hebt toegezonden! Eerst met Sint Niklaas, stonden wij paf op 't zien van de groote etsen! Als ik bedenk hoe moeilijk of het is om een goede druk van die reuzen platen te maken en hoe zooiets een stuk levensonderhoud voor je vertegenwoordigt, dan zeggen wij: ‘je maakt ons verlegen met je
[1:2]
mildheid!’ Ik bewonder steeds de groote arbeid en kunde en mooie kwaliteiten, wij hebben de molenaar met de witte zak die ik van 4 het hoogste stel en de jongen die in 't vuur blaast. De eerste hebben wij hangen, de tweede nog niet. In zoo'n vol huis gaat het zoo gauw niet om goede plaats te vinden.
Als wij dus al niet paf stonden weet ik niet hoe wij zouden staan na de teekeningen van de stoel, die Coba van morgen ontving! Ik vind het om verlegen mee te zijn, zooveel moeite en tijd
[1:3]
je dat gekost heeft. Coba heeft in haar onschuld niet geweten wat ze heeft gevraagd, en als ik het geweten had zou ik al mijn best hebben gedaan om het te voorkomen. Maar, gedane zaken enz. - , het is nu eenmaal gebeurd, en ben ik je hartelijk dankbaar voor al dit vriendschap bewijs!
Het is vervelend dat jij en Marie van dat hoesten nog niet afkomt, maar prettig voor je dat je zoo druk aan 't portretteeren bent. Hier in huis gaat 't met allen nog al goed.
[1:4]
Ontvang met Marie hartelijke groeten van Coba en met een handdruk van
je toegenegene
Tholen
De kou en de duisternis zal jullie wel weinig bevallen; het is 's avonds nog het beste tegenwoordig, vind ik..
adieu!