Arthur François Emile van Schendel aan Willem Witsen
Plaats: Ede |
Datum: 28 april 1909 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Ede 28 April '09.
Beste Wim,
Ja, natuurlijk ga ik graag mee. Ik heb het vorig jaar het plan geopperd dat de heer Versluys dan - wij allen op een rij staande - met een klassiek gebaar zijn portefeuille voor den dag zou halen en een papier met een prachtig cijfer op de tafel zou laten dalen. Maar goud staat beter. Daarna zou ik uit een city bag een flesch te voorschijn brengen, dan jij een toespraak houden, dan Nieuw aan
[1:2]
het einde het boek vertoonen. Dat zou plechtig zijn!
Ik vermoed niet, dat Gorter mee wil; van Hein weet ik het niet. Je zou hem ons plan kunnen mede deelen. In ieder geval is het een onderonsje van vier geweest, en wij moeten daarom gaan.
Schrijf mij om hoe laat jelui denkt te vertrekken; misschien kom ik dan eerst in Amsterdam, en anders moeten wij afspreken elkaar in den Haag te ontmoeten.
Het gaat goed met moeder en kind.
Onze hartelijke groeten aan beiden, en een hand van
Arthur.