Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Doorn] |
Datum: [24 november? 1906] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Zaterdag
Beste Wim, ik vergat je hedenmorgen te schrijven, dat ik Winkler verzocht heb mij nog vóór December te willen ontvangen, zoodat ik wete of ik hier weer voort moet huren of niet, en ik dus op korten termijn een briefje van Laer kan krijgen dat ik den volgenden dag naar W. moet. Daarom kan ik niet overblijven 's nachts vóór ik weet hoe 't met W. staat. Bepaaldelijk ben
[1:2]
ik van plan zoo spoedig mogelijk naar jullie toe te komen en wellicht in afwachting van den keer dat ik 's nachts kan blijven, 's morgens eens even aan te komen.
Vandaag had ik een vrij goeden dag. Met den morgen toen ik bij jullie was, de eenige keeren van deze week dat ik wel was.
Doe mij het genoegen en fleur Arthur wat op; ik vind dat hij van zijn
[1:3]
mistroostigheid er zelfs slecht uitziet. Laat overigens niet merken, dat ik over hem praat; hij kan soms zeer fel zijn en ik heb nu verleden week in A. gemerkt, dat eene plotselinge aandoening voor mij zeer noodlottig is voorshands.
Hartelijke groet, ook aan M.
je
Jan