Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Doorn] |
Datum: [24 november ? 1906] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Beste Wim, het is zooals ik indertijd al vreesde, denk ik.
Marie schrijft mij:
'Wij hebben ontvangen een ets van het Damrak, met schepen, en een open plek waar ze aan 't werk zijn, met palen er op en geen ‘Jodenhouttuinen’.
Verder:
'k Dacht wel, dat er wat met die etsen was, dat 't zoo lang duurde. (Ik had haar indertijd geschreven: morgen (of zoo iets) komen er 2 etsen.)
Verder:
‘Anders staat er ook altijd ergens op de ets Wim's naam, maar in deze niet, is dat ook in orde?’
Al dit bovenstaande schrijft M. als antwoord op de briefkaart, die jij gelezen hebt.
[1:2]
Zij weet dus van niets en het is dus volstrekt noodig, opdat zij er niet in loope tegenover Stronk, die als hij lont ruikt, naar Kanaal 60 tijgt, om de ets terug te halen of M. dingen op de mouw te spelden, dat jij zelf of anders Mouton naar Marie gaat, om den toestand te constateeren en om haar in te lichten.
Look sharp en handel snel.
Dag
je
Jan