Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Doorn] |
Datum: [10 oktober ? 1906] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Woensdag
Beste Wim, doe mij het genoegen en ga eens naar Marie toe om een epistel te lezen, dat onder hare berusting is. Zij weet er van. Stel mij niet te leur. Het epistel is van mijn hand. (Dus kan je 't doen.) Ik laat 't niet nazenden om wegraken te voorkomen.
Hartelijke groeten ook
[1:2]
aan M. Het doet mij pleizier, dat het jullie zoo goed gaat.
Zeg Wim, kan je in déze Haagsche séance gelegenheid vinden om de afdrukken van een paar van je laatste etsen, die je me beloofde, te laten maken? Ik zou het op grooten prijs stellen.
t.t.
Jan
[1:3]
P.S. In de in het epistel bedoelde aangelegenheid kan en mag voorloopig niet worden verder gehandeld. Allereerst moet Winkler mij de verzekering van volkomen herstel hebben gegeven. En daarmede zijn nog weken, denk ik, gemoeid.