[1906]
Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Den Haag] |
Datum: [begin mei 1906] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Kanaal 60.
Zeer beste Wim,
Ik dank je nog wel voor je laatsten brief en ik heb je noodig beste maat, vandaar dit korte briefje, omdat ik met mijn vraag niet wachten wil tot ik tijd heb voor een langer epistel, zooals 't zou moeten zijn.
Ik stuur je dan beste Wim hierbij een drietal vellen blijkbaar afgedrukte proef van van Looy - nu ontvangen, nadat ik enkele weken geleden die drie vel voor afdrukken hem successievelijk had toegezonden. De zaak is nu, dat het gebezigde papier (al is het ook voor de gewone uitgaaf) mij eenigszins in verwarring
[1:2]
brengt. Ik schrijf er Nieuwenhuis niet over, omdat ik niet weet of hij daarin iets heeft mede gesproken, maar ik ben in het onzekere of ik hier te doen heb met papier of met dat nieuwe preparaat van hout, waarop o.a. het in jouw bezit-zijnde Aardrijkskundig Woordenboek van Nijgh is gedrukt en dat volkomen gewichtloos is en heel gauw bruin wordt.
Schrijf mij eens gauw je oordeel omtrent het papier en pols voorzichtig Nieuwenhuis eens.
Ik ben zeer begeerig naar je bericht.
De hartelijke groeten ook aan M. en in de hoop, dat
[1:3]
jullie deze weken gezond zijt gebleven en je als prinsjes in je huis zit. M. laat je beiden hartelijk groeten.
Jan
Het gedrukte ontvang ik gaarne met je antwoord terug.